§1 les 2


Nederland na 1945:
cultuur en mentaliteit
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les


Nederland na 1945:
cultuur en mentaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag? 

- Welkom + dagopening (10 min)
- Herhaling (5 min)
- Uitwerken leerdoelen §1ABC (15 min)
- Uitleg (20 min) + filmpje (10 min)
- Huiswerkcontrole + zelfstandig nakijken (10 min) 
- Start §2 
- Aan de slag!
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide


Nederland na 1945:
cultuur en mentaliteit


§1. Eigen keuzes maken

Slide 3 - Tekstslide



Paragraaf 1A : Leven in zuilen


Leerdoel: je kunt uitleggen dat de Nederlandse samenleving tot in de jaren 1950 verzuild was. 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen

A: Leg in je eigen woorden uit dat de Nederlandse samenleving tot in de jaren 50 verzuild was. (Leg uit wat verzuiling is en noem de zuilen. Geef ook een voorbeeld van hoe verzuiling er in de samenleving uit ziet). 

B: Omschrijf drie jeugdculturen die ontstonden in de jaren 1950 en 1960. Geef bij elk van de drie 2 kenmerken. 

C: Beschrijf het in de Nederlandse samenleving het individu meer centraal kwam te staan. Gebruik de woorden ontzuiling, secularisatie en individualisering. 
timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide



Paragraaf 1B: Jeugdculturen


Leerdoel: je kunt drie jeugdculturen omschrijven die ontstonden in de jaren 1950 en 1960.
Het Woodstock-festival (1969) wordt wel gezien als hét hippie-festival. Bijna alle grote bands uit die tijd waren aanwezig bij '3 Days of Peace & Music'. Hoewel het wereldberoemd is geworden, was het bijzonder slecht georganiseerd (slechte sanitaire voorzieningen) en kwamen er veel te veel mensen binnen (zonder te betalen). De organisatie maakte dan ook geen winst.

Slide 6 - Tekstslide


Een eigen cultuur

  • Vanaf de jaren 50 gaan jongeren steeds langer naar school, waardoor ze vaak een hogere opleiding dan hun ouders volgen én in contact kwamen met andere ideeën.
  • Door de stijgende welvaart kunnen (en gaan) jongeren zich steeds meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en manier van omgaan met elkaar. Ze vormden een eigen jeugdcultuur.
Elvis Presley (1935-1977) was een Amerikaans zanger en acteur. Hij wordt vaak The King of Rock and Roll of kortweg The King genoemd. Veel ouders spraken schande van de bewegingen die Elvis met zijn heupen maakt: "Het had alleen maar te maken met seks!"

Slide 7 - Tekstslide

Welke jeugdculturen, toen en nu, ken jij?

Slide 8 - Woordweb


Nozems (eind jaren 1950)

  • Nozems zijn vaak werkende jongeren. Ze dragen spijkerbroeken, leren jassen en hadden vetkuiven. Meisjes dragen korte rokken en petticoats
  • Ze staan in groepjes bij elkaar op straat of bij een snackbar, hangend op hun brommer en maken (volgens ouderen...) veel lawaai en schreeuwden naar voorbijgangers. 
  • Ze luister naar rock-’n-rollmuziek, uiteraard uit Amerika.

Slide 9 - Tekstslide


Provo's (midden jaren 1960)

  • Halverwege de jaren zestig ontstaat in Amsterdam de provobeweging. 
  • Provo komt van het woord ‘provoceren’, dat ‘uitdagen’ of ‘uitlokken’ betekent.
  • Dat is ook precies wat de provo’s willen: iets doen of zeggen om een reactie uit te lokken
  • Met ludieke acties, grappig en zonder geweld, wilden zij de ouderen aan het denken zetten. 

Slide 10 - Tekstslide


Hippies (eind jaren 1960)

  • Amerikaanse jongeren komen in protest tegen de oorlog die hun regering voert in Vietnam. Hieruit ontstaat de hippie- of flowerpowercultuur
  • Eind jaren zestig komt deze jeugdcultuur ook naar Nederland. De hippies hebben lange haren en vrolijke, kleurrijke kleding. Ze willen zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven. 
  • De slogan van de hippies is: ‘Make love, not war’
Het Woodstock-festival (1969) wordt wel gezien als hét hippie-festival. Bijna alle grote bands uit die tijd waren aanwezig bij '3 Days of Peace & Music'. Hoewel het wereldberoemd is geworden, was het bijzonder slecht georganiseerd (slechte sanitaire voorzieningen) en kwamen er veel te veel mensen binnen (zonder te betalen). De organisatie maakte dan ook geen winst.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video



Paragraaf 1B: Jeugdculturen


Maken alle opdrachten bladzijde 13
Het Woodstock-festival (1969) wordt wel gezien als hét hippie-festival. Bijna alle grote bands uit die tijd waren aanwezig bij '3 Days of Peace & Music'. Hoewel het wereldberoemd is geworden, was het bijzonder slecht georganiseerd (slechte sanitaire voorzieningen) en kwamen er veel te veel mensen binnen (zonder te betalen). De organisatie maakte dan ook geen winst.

Slide 13 - Tekstslide


Paragraaf 1C: Individualisering

Leerdoel: je kunt beschrijven hoe in de Nederlandse samenleving het individu meer centraal kwam te staan.

Slide 14 - Tekstslide

Ontzuiling
  • Jongeren geven steeds minder om de zuilen, ze trokken er samen op uit en ontsnapten aan het leven van hun ouders en verzuilde organisaties.
  • Daarmee begon de ontzuiling. Verminderen/verdwijnen van zuilen. 
  • 1980: KVP, CHU en ARP verder samen als het CDA. 
  • Veel kranten, politieke partijen, onderwijs, omroepen en andere organisaties zijn opgehouden met bestaan. 

Slide 15 - Tekstslide

Secularisatie
  • Steeds minder mensen zijn gelovig of gaan naar de kerk. 
  • Vooral jongerne blijven weg, want ouderwetse ideeën over: seksualiteit, rolverdeling man/vrouw, ongetrouwd samenwonen, scheiden of voorbehoedsmiddelen gebruiken mocht niet van de kerk.

Slide 16 - Tekstslide

Individualisering
Eigen keuzes zijn belangrijker dan die van iemand anders! 
Want: het individu bepaalt wat goed voor hem is, niet de groep waarbij iemand hoort. Dit komt onder andere door: 
  • door secularisatie hebben leiders van zuilen minder gezag
  • mensen verhuizen naar steden (minder sociale controle)

Slide 17 - Tekstslide

Nakijken
Kijk §1 na. 
De antwoorden staan in teams. 
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak van §2 vraag 1-2-3-4-6-7-8-9-11-12-13
timer
12:00

Slide 19 - Tekstslide