la familia deel 2

Buenos días chicos y chicas!
 
WB & laptop op tafel.

Plan para hoy:
1. Familia - online
2. 



 

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Buenos días chicos y chicas!
 
WB & laptop op tafel.

Plan para hoy:
1. Familia - online
2. 



 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Familia

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Bruno es el ..................de Julieta y Pepa.
A
tío
B
hermano
C
hermana
D
primo

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Agustín es el __________de Isabela.
A
tío
B
hermano
C
padre
D
primo

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Félix y Pepa son los...............de Antonio.
A
madre
B
padre
C
padres
D
tíos

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4.Isabela, Luisa y Mirabel son las.............de Camilo.
A
prima
B
primas
C
primo
D
primos

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5.Bruno tiene 6 ___________
A
primas
B
sobrinos
C
hermanas
D
primos

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Alma es la _________de Pedro.
A
hermana
B
madre
C
prima
D
mujer

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Isabela y Luisa son las_______de Maribel.
A
tías
B
prima
C
primas
D
hermanas

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8.Alma y Pedro son________de CAmilo y Antonio.
A
padres
B
tíos
C
abuelos
D
abuela

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. Dolores es la _____de Pepa.
A
prima
B
abuela
C
hija
D
hijo

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

10.Bruno es el _____de Mirabel.
A
tío
B
primo
C
hermano
D
sobrino

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

11.Camilo es el _____de Julieta.
A
sobrino
B
primo
C
hijo
D
padre

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

12. Alma es la _______de Mirabel.
A
abuelo
B
abuela
C
tía
D
Madre

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

13. La madre de Bruno es la _______de Dolores.
A
tía
B
abuela
C
prima
D
sobrina

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pepa es la_______de Julieta

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bruno es el _______de Julieta

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maribel es la _______de Alma

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mirabel es la _______de Julieta

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alma es la _______de Mirabel

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Agustín es el_______de Mirabel

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alicia
Primo
Madre
Abuelo
Tío
Hermana
Hermano
Tía
Padre
Abuela
Prima
Primo

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Amalia
La familia de Amalia
Abuelo
Abuela
Primo
Padre
Madre
Tía
Tío
Hermana
Hermana
Prima

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

La familia
Mi padre se llama Antonio y tiene cuarenta años. Mi madre tiene treinta y cinco y se llama Elena. Tengo dos hermanas, se llaman Ana y Marta. Ana tiene quince años y Marta cinco. No tengo hermanos.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

La familia
Mi padre se llama Antonio y tiene cuarenta años. Mi madre tiene treinta y cinco y se llama Elena. Tengo dos hermanas, se llaman Ana y Marta. Ana tiene quince años y Marta cinco. No tengo hermanos.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf nu over je eigen familie: ouders, broers/zussen

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige werkwoorden
Doel: regelmatige werkwoorden leren voor de toets.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stam + uitgang
uitgang -ar: hablar (spreken)
uitgang -er: comer (eten)
uitgang -ir: vivir (leven)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld: Vervoeging hablar
yo hablo
tu hablas
él,ella,usted habla
nosotros,nosotras hablamos
vosotros,vosotras habláis 
ellos, ellas, ustedes hablan

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening:

 het vervoegde werkwoord naar de juiste persoon slepen.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLÁIS
COMPRA
BUSCAN
HABLAMOS
COMPRAN
BUSCO
HABLO
COMPRAMOS
HABLAS
BUSCA

Slide 32 - Sleepvraag

Hulp nodig ?  kijk op bladzijde 24 van de tekstboek.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening:

het vervoegde werkwoord naar de juiste persoon slepen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -ER
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
COMO
APRENDES
BEBES
CORREMOS
VENDEN
APRENDEMOS
VENDÉIS
BEBE
COMEMOS
VENDO
APRENDEN
COME
CORRE
BEBÉiS

Slide 35 - Sleepvraag

Hulp nodig ? kijk op bladzijde 24 van de tekstboek.
Oefenen met regelmatige werkwoorden op -IR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
VIVÍS
VIVIMOS
ESCRIBE
VIVO
COMPARTO
ESCRIBIMOS
COMPARTEN
VIVES
ESCRIBEN
VIVE

Slide 36 - Sleepvraag

Hulp nodig ? kijk op bladzijde 24 van de tekstboek.
Heb je alle antwoorden goed gedan? 

NIET ? No te preocupes (geen zorgen).

Gaat door met de volgende herhaling.

JA? Gaat verder met de opdrachten van het WB: 
25, 26, 27 (vanaf blz. 48).

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening:

het vervoegde werkwoord van -ar 
naar de juiste persoon slepen met

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alle regelmatige werkwoorden die in -ar einden hebben dezelfde vervoeging. Bijvoorbeeld: cantar (zingen) en hablar (spreken).

cantar
hablar
yo (ik)
hablo
tu (jij)
cantas
él/ella/usted (hij,zij, u)
habla
nosotros/nosotras (wij)
cantamos
vosotros/vosotras (jullie)
habláis
ellos/ellas/ustedes (zij/u)
cantan
hablas
hablamos
hablan
canto
canta
cantáis

Slide 39 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

comer
vivir
yo
como
vivo
comes
vives
él/ella/usted
come
nosotros/nostras
vosotros/vosotras
ellos/ellas/ustedes
viven
vive
comemos
comen
vivimos
coméis
vivís

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: welk werkwoord is correct in de volgende zinnen.











Bijvoorbeeld: María  español


Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

María _____ español
A
habla
B
hablas
C
hablamos
D
hablan

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Yo _____ un café con leche.
A
bebo
B
bebes
C
bebe
D
bobe

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sterre _____ la puerta.
A
abro
B
abre
C
abres
D
abren

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nosotras _____ manzanas.
A
como
B
comes
C
comen
D
comemos

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Usted _____ con la familia.
A
vivís
B
vive
C
viven
D
vivimos

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vosotros _____ en holandés.
A
habláis
B
habla
C
hablan
D
hablamos

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies