Leesvaardigheid Tekstdoelen, tekstsoorten, tekstvormen, publiek.

TeLeesvaardigheid kLees
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

TeLeesvaardigheid kLees

Slide 1 - Tekstslide

Leesvaardigheid 
Om teksten goed te kunnen lezen, moet je zorgen dat je vaardig wordt in lezen. In deze presentatie alles wat je daarvoor nodig hebt nog eens op een rijtje.

Slide 2 - Tekstslide

Leesdoel of tekst doel
Een schrijver heeft altijd een reden om een tekst te schrijven, hij of zij wil daarmee iets bereiken bij de lezer. 
Schrijf- of tekstdoel; doel van de schrijver
Leesdoel; reden waarom iemand een tekst lees. Doel van de lezer

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lees deze tekst

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de titel van deze tekst?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het tekstdoel van deze tekst? Noteer ook de tekstsoort erbij.

Slide 8 - Open vraag

Tekstdoelen of tekstsoorten?
Kijk naar de titel; bepaal het onderwerp van de tekst
Kijk naar de eerste alinea
Wat is de bron; waar komt deze tekst vandaan?

Slide 9 - Tekstslide

Publiek
Het publiek van een tekst is belangrijk om te kennen voor jou als schrijver zodat je weet hoe je je tekst moet schrijven, welke woorden je kunt of moet gebruiken, en welke toon en aanspreekvorm je gebruikt.
We onderscheiden drie groepen publiek.
1. Een breed publiek; teksten die voor deze groep bedoeld zijn, hebben een algemeen onderwerp wat voor iedereen geschreven is, waar men geen voorkennis voor nodig heeft en wat zo geschreven is dat iedereen het kan begrijpen.
2. Een klein gespecialiseerd publiek; om dit soort teksten te kunnen lezen heeft het publiek enige voorkennis over het onderwerp nodig, men is een soort van “specialist” over dit onderwerp. De schrijver gaat ervanuit dat de lezer al bepaalde dingen weet en gaat vaak dieper in op het onderwerp van de tekst.
3. Een kleine groep of één persoon.; de lezers van deze teksten hebben een persoonlijke band met elkaar. Meestal lid van een familie, club of vereniging en de teksten hebben een persoonlijke toon, bijvoorbeeld brieven of uitnodigingen.


Slide 10 - Tekstslide

Voor welk publiek is de volgende tekst bedoeld?

Slide 11 - Tekstslide

Voor welk publiek is de tekst bedoeld?
A
Groot publiek
B
Kleine groep of 1 persoon
C
Klein gespecialiseerd publiek
D
Breed publiek

Slide 12 - Quizvraag

Voor welk publiek is de volgende tekst bedoeld?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide