Begrijpend luisteren - Brrr, spinnen!

In de krant
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend luisterenBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

In de krant

Slide 1 - Tekstslide

Luisterdoelen:
Ik weet waarom we in de herfst meer spinnen zien en waarom ze dan op hun grootst zijn.
Ik kan een weetje vertellen over spinnen.

Woordenschatwoorden:
Brrr, opgevallen, juist, enorm, ‘op je hoede’, spinnentijd, achtpotige, logees, mogelijk (zo lang mogelijk), verscholen, partner, paren, geursporen, reden, waardoor, doordat, voorjaar, ‘hun buiken rond eten’.

Weetjes: spinnensoorten, wereldwijd, draadkunstenaars, web, prooien, jonkies, verplaatsen, landen (op de grond landen), spintepels, achterlijf, speciaal, eiwit, ‘in contact komt’, elastisch, staal, spinachtigen, trillingen.





Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de tekst samen, maar lees hem nog niet.
De leerkracht leest de naam van de rubriek en de titel voor.
Dit is een
Informatieve tekst          

Slide 3 - Tekstslide

 Waar zijn jullie nieuwsgierig naar? Welke vragen hebben jullie?
Waar denken jullie dat deze tekst over zal gaan? 
Wat wordt onze luistervraag?
Wat weten jullie al over dit onderwerp?

Slide 4 - Tekstslide

De leerkracht leest de tekst eerst een keer helemaal voor.

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat: 
Brrr, opgevallen, juist, enorm, ‘op je hoede’, spinnentijd.
De leerkracht doet het voor.
Maak in steekwoorden aantekeningen bij de tekst.
Bespreek de woordenschat-begrippen.

Slide 6 - Tekstslide

Woordenschat: 
achtpotige, logees, mogelijk (zo lang
mogelijk), verscholen, partner, paren, geursporen, reden, waardoor, doordat, voorjaar, ‘hun buiken rond eten’.
We doen het samen!
Bespreek de woordenschat-begrippen.
Maak in steekwoorden aantekeningen bij de tekst.
Woordenschat weetjes: 
spinnensoorten, wereldwijd, draadkunstenaars, web, prooien, jonkies, verplaatsen, landen (op de grond landen), spintepels, achterlijf, speciaal, 
eiwit, ‘in contact komt’, elastisch, staal, 
spinachtigen, trillingen.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom zie je meer spinnen in de herfst?
Wat heeft een nat voorjaar met grote dikke spinnen
te maken?
Wat vind jij? Spinnen laten zitten of weg ermee? Leg
je antwoord uit.
De schrijver noemt in de tekst een aantal kenmerken van het uiterlijk van een spin (hoe de spin eruit ziet). Maak aan de hand van deze kenmerken een tekening van een spin.

Slide 8 - Tekstslide

Weten jullie het antwoord op jullie luistervraag?
Wie kan deze tekst in z'n eigen woorden samenvatten?

Slide 9 - Tekstslide

Tot de 
volgende keer!

Slide 10 - Tekstslide