Vermenigvuldigen: Keer - elke - ieder - per - evenveel - in totaal
Slide 4 - Tekstslide
samen oefenen
Nienke koopt een jurk in de opruiming voor 171,00 euro in plaats van voor 199,00. hoeveel korting heeft ze ongeveer gekregen? Kies uit 10, 20, 30, 40 of 50 euro korting.
euro korting
Slide 5 - Tekstslide
Bakker Kees bakt 240 broden, 8 verschillende soorten. Hij bakt van iedere soort even veel broden.
Hoeveel broden bakt hij van iedere soort?
Slide 6 - Tekstslide
Nu jullie (denk aan de stappen)
Boer Tygo heeft 120 dieren. 1/6 deel daarvan zijn schapen.
Hoeveel schapen heeft boer Tygo?
Slide 7 - Tekstslide
Jill is met haar moeder aan het winkelen. Ze hebben een broek voor 43 euro, een truitje voor 36 euro en een riem voor 18 euro gekocht. Ze betalen met een briefje van 100. Hoeveel krijgen ze terug?
A
3 euro
B
30 euro
C
10 euro
D
100 euro
Slide 8 - Quizvraag
Op een enorm parkeerterrein kunnen 4000 auto's staan. Tijdens een feest staan er op 1/8 deel auto's geparkeerd. Hoeveel auto's staan er?
A
2000 auto's
B
3500 auto's
C
1500 auto's
D
500 auto's
Slide 9 - Quizvraag
Lise koopt 7 boeken van 14,95. Hoeveel cent krijgt ze terug als ze betaalt met 105 euro?