Unit 3 Selftest

Welcome!

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Today
- in je agenda: vrijdag 10 februari PW Unit 3 
- Selftest uitleg
- woensdag 1 feb voor de les: opdrachten Selftest af

Slide 2 - Tekstslide

Selftest!

Slide 3 - Tekstslide

Selftest! A+B = Words

Slide 4 - Tekstslide

Selftest! C= may might

Slide 5 - Tekstslide

Recap may & might

Slide 6 - Tekstslide

May + hele werkwoord

- misschien; mag/ mogen
- formeel
- 50% kans

Jake is late, he may be ill
May I go to the toilet, please?
Might + hele werkwoord

- heel misschien; mag/ mogen
- heel formeel
- 30% kans

She might not be able to visit.
Might I ask you a question, mister President?

Slide 7 - Tekstslide

May
1- mogelijkheid
2- toestemming vragen

- I've lost my bag. Do you think you may have left it in the bus?

- May I ask you something?
Might
1- mogelijkheid (minder waarschijnlijk)

- Are you going on a holiday? I haven't decided yet. We might go to Italy.

Slide 8 - Tekstslide

practise may/might
  1. I ________(bezitten) a horse one day. If I can earn enough money or win the lottery. 
  2. I’m very busy today. I____not _____(hebben) time to walk my dog. 
  3. My parents have bought a lottery ticket. They ______ (winnen) a million pounds. 

Slide 9 - Tekstslide

practise may/might
  1. I might own (bezitten) a horse one day. If I can earn enough money or win the lottery. 
  2. I’m very busy today. I may not have(hebben) time to walk my dog. 
  3. My parents have bought a lottery ticket. They might win (winnen) a million pounds. 

Meer oefenen? WB Engels -> catch up 

Slide 10 - Tekstslide

Selftest! D = past c. / past s.

Slide 11 - Tekstslide

The Past Simple
Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en nu afgelopen is.

2e rij (Past Simple)

Slide 12 - Tekstslide

Vragen en ontkenningen
Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:

Vragen: Did + onderwerp + hele werkwoord
Ontkenningen: Onderwerp + didn't + hele werkwoord

Slide 13 - Tekstslide

Signaalwoorden Past Simple
LADY (afkorting van de 4 soorten signaalwoorden) W
Last (last year, last summer)
Ago (a year ago, two days ago)
Date (een datum)
Yesterday
When ..?

Slide 14 - Tekstslide

Choose the correct Past Simple form:
(+) My sister ....... with her friends yesterday.
A
has played
B
played
C
plaied
D
did played

Slide 15 - Quizvraag

(+) My teacher ....... me how to use the Past Simple yesterday.
A
teached
B
taughted
C
taught
D
teaches

Slide 16 - Quizvraag

(?) ..... for his test?
A
Did he studyed?
B
Did he studied?
C
Studied he?
D
Did he study?

Slide 17 - Quizvraag

(-) I ..... him with his test.
A
didn't helped
B
didn't help
C
helped not
D
didn't helping

Slide 18 - Quizvraag

(+) I .... them a nice story
A
telled
B
did telled
C
did told
D
told

Slide 19 - Quizvraag

(-) We ..... home together.
A
didn't went
B
not went
C
didn't go
D
doesn't go

Slide 20 - Quizvraag


(?) Where ..... those boots?
A
Did he buy?
B
Did he bought?
C
Bought he?
D
Buyed he?

Slide 21 - Quizvraag

Past Continuous
Wanneer gebruik je Past Continuous?

Eigenlijk is het heel simpel, want er geldt maar 1 regel:
  • Je gebruikt de Past Continuous om te zeggen dat iets in het verleden een tijdje duurde of een tijdje aan de gang was. 

  • Het verschil met de Past Simple is dus dat de Past Simple gaat om een moment, terwijl de Past Continuous gaat over een langere gebeurtenis


Slide 22 - Tekstslide

Past Continuous
Wanneer gebruik je Past Continuous?

Eigenlijk is het heel simpel, want er geldt maar 1 regel:
  • Je gebruikt de Past Continuous om te zeggen dat iets in het verleden een tijdje duurde of een tijdje aan de gang was. 

  • Het verschil met de Past Simple is dus dat de Past Simple gaat om een moment, terwijl de Past Continuous gaat over een langere gebeurtenis


Slide 23 - Tekstslide

Past Continuous
Hoe maak je die?

De regel is vrij eenvoudig:
  • Past Continuous = was / were + werkwoord+ing

  1. was hoort bij enkelvoud (I, he, she, it)
  2. were hoort bij meervoud en bij you (you, we, you, they)


Slide 24 - Tekstslide

Past Simple - Past Continuous

Slide 25 - Tekstslide

Past Continuous 

Klik hier voor extra online oefeningen.

Op de volgende pagina vind je video uitleg over dit onderwerp.
(wat er wordt verteld over onregelmatige werwoorden hoef je dit jaar nog niet te kennen!)

Slide 26 - Tekstslide

Past Continous  &  Past Simple




Past Continuous = al aan de gang (duurde lang)
Past Simple = iets gebeurde (kort)
Let op: to like - liking     to plan - planning

Slide 27 - Tekstslide

Wanneer gebruik
je de
Past Continuous?
A
Als iets aan de gang is
B
Als iets gisteren is gebeurd
C
Als iets een tijdje aan de gang was
D
Als je wilt zeggen wat je aan het doen bent

Slide 28 - Quizvraag

Past simple or Past continuous?

I was having a shower.
A
Past simple
B
Past continuous

Slide 29 - Quizvraag

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Past continuous

Slide 30 - Quizvraag

We ______
(watch) TV when we ______
(hear) a loud noise.
A
were watching - heared
B
was watching - heared
C
were watching - heard
D
was watching - heard

Slide 31 - Quizvraag

Last year I _____
(visit) Paris and Rome.
A
was visiting
B
visited
C
were visiting
D
visitted

Slide 32 - Quizvraag

He ____
(work) in the garden when he _____
(find) the money.
A
were working - finded
B
worked - was finding
C
was finding - works
D
was working - found

Slide 33 - Quizvraag

Selftest! E = onreg.ww

Slide 34 - Tekstslide

 Couldn't

Je gebruikt couldn't (gemaakt door could en not) om te zeggen dat iets NIET kon (verleden tijd)   

She couldn't see the lions 
Ze kon de leeuwen niet zien

Slide 35 - Tekstslide

Selftest! F+G= adverbs

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Lucy is shy so she can't make friends (easy)
A
easy
B
easily

Slide 39 - Quizvraag

The dog looked (hungry) so we gave him some food
A
hungry
B
hungrily

Slide 40 - Quizvraag

There was long applause because she sang so (beautiful)
A
beautiful
B
beautifully

Slide 41 - Quizvraag

They spoke (quiet) because the baby was asleep
A
quiet
B
quietly

Slide 42 - Quizvraag

My aunt is a (slow) driver
A
slow
B
slowly

Slide 43 - Quizvraag

Was the exercise (easy)?
A
easy
B
easily

Slide 44 - Quizvraag

She worked (hard) to pass her exams
A
hard
B
hardly

Slide 45 - Quizvraag

She (quick) crossed the street
A
quick
B
quickly

Slide 46 - Quizvraag

You don't look very (good), are you ill?

Slide 47 - Open vraag

He drives too (dangerous)

Slide 48 - Open vraag

Take an umbrella. It's raining (heavy)

Slide 49 - Open vraag

The soup tastes really (good)

Slide 50 - Open vraag

She is a (bad) tennis player but her brother plays (good)

Slide 51 - Open vraag

Selftest! H = zinnen

Slide 52 - Tekstslide

Today
- in je agenda: vrijdag 10 februari PW Unit 3 
- Selftest uitleg
- woensdag 1 feb voor de les: opdrachten Selftest af

Slide 53 - Tekstslide