Mijn proefles

Latijn grammatica les
Jullie krijgen vandaag les over de rijtjes: zijn en kunnen. In het Latijn.
Lesgegeven door: Mevrouw Wieteke Offringa
Voor vragen naar: Mevrouw Blaak (als je vervelend wil zijn, ga je naar mevrouw Offringa.)
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Latijn grammatica les
Jullie krijgen vandaag les over de rijtjes: zijn en kunnen. In het Latijn.
Lesgegeven door: Mevrouw Wieteke Offringa
Voor vragen naar: Mevrouw Blaak (als je vervelend wil zijn, ga je naar mevrouw Offringa.)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel:
De rijtjes van esse en posse (de Latijnse namen) herkennen en vertalen.
De imperativus mv en ev herkennen en vertalen (deze is niet de imperativus van de rijtjes esse en posse)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn/Esse
Esse is een onregelmatig werkwoord. Daarom gaat dit rijtje niet volgens de regels die we eerder hebben geleerd. Dat maakt dit rijtje een stamp rijtje. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het rijtje
Enkelvoud
1ste persoon
Sum
2de persoon
Es
3de persoon
Est
Meervoud
1ste persoon
Sumus
2de persoon
Estis
3de persoon
Sunt
We kennen de 3de persoon enkelvoud en de 3de persoon meervoud al

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Latijnse vertaling van:
“wij zijn”
A
Sum
B
Es
C
Estis
D
Sumus

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vertaal je: “sunt” in het Nederlands
A
Ik ben
B
Zij zijn
C
Hij/zij/het is

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: “Petra is”

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Snap je dit?
Ja
Nee

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de woordennaar de juiste persoon (vak 1 is persoon 1)
Sum
Sunt
Est
Sumus
Es
Estis

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Op blz. 108 staat dit rijtje, en deze LessonUp wordt gedeeld (als dat lukt)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen/Posse
Kunnen is ook een onregelmatig werkwoord. In de volgende dia’s gaan jullie hier meer over leren

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het rijtje
Enkelvoud
1ste persoon
Possum
2de persoon
Potes
3de persoon
Potest
Meervoud
1ste persoon
Possumus
2de persoon
Potestis
3de persoon
Possunt

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is possum enkelvoud of meervoud
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal: “potestis” in het Nederlands
A
Ik kan
B
Hij/zij/het kan
C
Jullie kunnen
D
Zij kunnen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande antwoorden is de Latijnse vorm voor jij kan
A
Possunt
B
Potes
C
Potest
D
Possumus

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de 3de persoon meervoud

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep het woord naar de juiste vertaling
Ik kan
Jij kan
Hij/zij/het kan
Wij kunnen
Jullie kunnen
Zij kunnen
Possum
Potes
Potest
Possumus
Potestis
Possunt

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Snap je dit?
Ja
Nee

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

OVERZICHT
Staat ook op blz
108 in hulpboek

Denk na over de 
vraag:
Waarom leren
we deze rijtjes
tegelijkertijd??
Possum
Potes
Potest
Possumus
Potestis
Possunt
Enkelvoud
1ste persoon
Sum
2de persoon
Es
3de persoon
Est
Meervoud
1ste persoon
Sumus
2de persoon
Estis
3de persoon
Sunt

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom leren we deze rijtjes tegelijk??

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Imperativus
We kennen nu de persoonsvormen en de infinitivus van werkwoorden. Maar er is ook nog de imperativus. In het Nederlands: gebiedende wijs

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A-stam
Voorbeeld:
Pugnare
Enkelvoud: pugna (de stam/werkwoord - re)
Meervoud: pugnate (stam + te)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

E-stam
Voorbeeld:
Vidēre
Enkelvoud: vide (stam)
Meervoud: videte

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I-stam
Voorbeeld:
Audire
Audi
Audite

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mk-stam
Voorbeeld
Fugere
Fuge (het ww - re)
Fugite

Slide 27 - Tekstslide

In de woordenlijst staat fugere, fugio. Door deze toevoeging kan je zien dat er een i achter de mk-stam komt. De imperativus meervoud maakt hier ook gebruik van. Je ziet de i voor de toevoeging -te. 
Kies de juiste vorm van vincere in imperativus enkelvoud
A
Vincu
B
Voca
C
Vinka
D
Vince

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met het werkwoord als het imperativus ev wordt?
A
Je haalt -re van het werkwoord af en voegt een a toe
B
Je zet een s achter het werkwoord
C
Je haalt -e van het werkwoord af en voegt een t toe
D
Je haalt -re ervan af

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: vocate is imperativus meervoud van vocare
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de meervoudsvorm van voca in

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Snap je dit?
Ja
Nee

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

OVERZICHT
Staat ook
op blz. 110
van je hulp-
boek
Imperativus
A-stam
E-stam
I-stam
Mk-stam
Ev
Pugna
Vide
Audi
Fuge
Mv
Pugnate
Videte
Audire
Fugite

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:
Mandata: VII, VIII en IX (blz 109 en 111)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies