MM herhaling taak 16 + 17 klas 1BB
1 / 31
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet je nog?
Slide 5 - Woordweb
Leg uit wat een eeuw is:
A
Een eeuw is familie van een meeuw.
B
Een eeuw duurt 10 jaar.
C
Een eeuw duurt 100jaar.
D
Een eeuw duurt 1000 jaar.
Slide 6 - Quizvraag
De 17e eeuw is van:
A
170 tot 180
B
160 tot 170
C
1700 tot 1800
D
1600 tot 1700
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Wat zijn kapers?
A
iemand die schepen (of andere voertuigen) overvalt en besteelt of gijzelt
B
iemand die op een schip(of andere voertuigen) binnen treedt en iedereen een knipbeurt geeft
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Hoe zat de handel in de 17e eeuw in elkaar? Gebruik de begrippen VOC en wereldeconomie in je antwoord.
Slide 12 - Open vraag
Kunnen
+
Gebied in Azie, Afrika of Amerika waar Europeanen de baas waren.
Alle kennis op een bepaald gebied, bijvoorbeeld geneeskunde of wiskunde.
Wanneer landen ove de hele wereld producten aan elkaar verkopen.
Rijkdom.
Wetenschap
Wereldeconomie
Welvaart
Kolonie
Slide 13 - Sleepvraag
Slide 14 - Tekstslide
Hoeveel denk je nog te weten van de Franse Revolutie?
A
Echt bijna alles
B
Best wel wat
C
Best wel weinig
D
De Franse wat?!
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Kunnen
+
De belangrijkste wet van een land, met daarin de rechte en plichten van iedereen. Hierin staat ook hoe een land moet worden bestuurd.
Nederlanders die vonden dat iedereen gelijk was. Zij wilden meer te zeggen hebben over het bestuur van de Nederlanden.
Een grote verandering in een korte tijd voor veel mensen.
Rijkdom.
Patriotten
revolutie
Welvaart
grondwet
Slide 19 - Sleepvraag
Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, boeren
C
Geestelijken, adel, boeren
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Wat zag je op de afbeelding?
Slide 22 - Open vraag
Een non hoort bij de
A
1ste stand
B
2de stand
C
3de stand
Slide 23 - Quizvraag
regenten = De bestuurders van de Nederlanden in de 17e eeuw.
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Een regent hoort bij de
A
1ste stand
B
2de stand
C
3de stand
Slide 25 - Quizvraag
revolutie = een grote verandering in een korte tijd voor veel mensen.
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Kunnen
+
De belangrijkste wet van een land, met daarin de rechte en plichten van iedereen. Hierin staat ook hoe een land moet worden bestuurd.
Nederlanders die vonden dat iedereen gelijk was. Zij wilden meer te zeggen hebben over het bestuur van de Nederlanden.
Een grote verandering in een korte tijd voor veel mensen.
Rijkdom.
Patriotten
revolutie
Welvaart
grondwet
Slide 27 - Sleepvraag
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Voel je je klaar voor het proefwerk in de toetsweek?
A
Helemaal!
B
Redelijk
C
Een klein beetje
D
Helemaal niet
Slide 30 - Quizvraag
Wil je nog extra hulp/uitleg?
