43 Verbanden-signaalwoorden

43 Verbanden-signaalwoorden
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

43 Verbanden-signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De volgende woorden zijn signaalwoorden van OPSOMMING.
A
ten eerste, ten tweede, ook verder
B
vervolgens, toen, terwijl, ten slotte
C
kwadraat, breuk, deelsom, optelsom
D
plus, min, eraf, erbij, keer

Slide 12 - Quizvraag

Verwijder eerst het stickertje, druk daarna op de startknop. Wat zijn de signaalwoorden voor volgorde van tijd?
A
druk, eerst
B
startknop, daarna
C
verwijder, eerst
D
eerst, daarna

Slide 13 - Quizvraag

De volgende woorden zijn signaalwoorden van VOLGORDE VAN TIJD in een tekst.
A
ten eerste, ten tweede, ook, verder
B
1,2,3,4,5,6,7
C
eerst, daarna, vervolgens, toen
D
maar, waarom, hoezo, waartoe, echt niet.

Slide 14 - Quizvraag

Tekstverband: TEGENSTELLING
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor

Slide 15 - Quizvraag

Welk verband staat in deze zin?
In de winkel haal ik brood, melk en rijst.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Toelichtend
D
Chronologisch

Slide 16 - Quizvraag

Signaalwoord: TEN EERSTE........TEN TWEEDE
A
Chronologisch
B
Opsomming
C
Toelichtend
D
Tegenstelling

Slide 17 - Quizvraag

Welk verband staat in deze zin?
Zijn vriendin daarentegen is wel heel erg aardig.
A
Opsomming
B
Chronologisch
C
Toelichtend
D
Tegenstelling

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een opsomming?
A
Dat betekent dat er een som staat in de tekst.
B
Als er in een zin of tekst een opsomming wordt gemaakt van iets.
C
Dat betekent dat er iets wiskundigs wordt besproken in de tekst.
D
Als er een eind wordt gemaakt aan een verhaal.

Slide 19 - Quizvraag

Zij moet eerst haar zere oor aan de dokter laten zien, daarna mag ze een pijnstiller innemen.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend
D
Toelichtend

Slide 20 - Quizvraag

De jongens in mijn klas leggen de lat niet al te hoog. Neem bijvoorbeeld Lex. Hij gaat altijd voor een 5,5.
A
Toelichtend verband
B
Tegenstellend
C
Chronologisch
D
Opsommend

Slide 21 - Quizvraag

Mevrouw Eijgermans geniet van goede muziek, verder is zij een filmliefhebber.
A
Tegenstellend
B
Opsomming
C
Chronologisch
D
Toelichtend

Slide 22 - Quizvraag

Mijn etui zit bomvol met schoolspullen: pennen, potloden, stiften, een geo-driehoek, gummen en een passer.
A
Opsomming
B
Tegenstellend
C
Chronologisch
D
Toelichtend

Slide 23 - Quizvraag