1.2 Wie bepaalt wat je koopt? (verdieping economie)

1.2 - Wie bepaalt wat je koopt?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.2 - Wie bepaalt wat je koopt?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 1.2

Slide 2 - Tekstslide

Wie/wat bepaalt wat jij koopt?

Slide 3 - Open vraag

Verschil in behoeften
  • smaak
  • geslacht
  • leeftijd
  • budget (= geld dat je kan uitgeven)

Slide 4 - Tekstslide

Invloed op je koopgedrag
  • Sociale invloed; familie, vrienden
  • Commerciële invloed; bedrijven, winkeliers, fabrikanten (door middel van reclames)

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van sociale invloed?
A
Reclame van het nieuwe FIFA spel
B
Je vrienden zeggen dat het nieuwe FIFA spel geweldig is

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Klanten lokken
  • Reclame: winkeliers en fabrikanten trekken aandacht voor een bepaald product.
    - Ook de Romeinen maakten al reclame!

  • Reclame kan het voordeel hebben dat je:
    - Een nieuw product leert kennen.
    - Met korting een product wel wilt kopen.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld:
Op een fiets van 350 euro krijg je 15% korting.


Hoe bereken je hoe veel geld je korting krijgt?

Formule: Percentage/100 X het totale bedrag
  1. Maak van het percentage een decimaal getal. Dit doe je door het getal door 100 te delen. Dus: 15 / 100 = 0,15

  2. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal. 
Dus: 0,15 x 350 = 52,50 euro korting.

Slide 9 - Tekstslide

Een broek kost 40 euro. Je krijgt 35% korting. Hoeveel euro korting krijg je?
Schrijf je berekening op.
Formule: percentage : 100 X het totale bedrag

Slide 10 - Open vraag

Een fles shampoo kost 2,10 euro. Je krijgt 40% korting. Hoeveel euro korting krijg je?
Schrijf je berekening op.
Formule: percentage : 100 X het totale bedrag

Slide 11 - Open vraag

Een mobiele telefoon kost € 180. Je krijgt 30% korting. Wat kost de telefoon?
Formule: percentage : 100 X het totale bedrag

Slide 12 - Open vraag

Aan het werk!
Maak: opdracht 2 t/m 5 + 7, 8, 9, 12, 14 van paragraaf 1.2 (blz.  18 t/m 23 )

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!
Hulp: tekst, lees goed!
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent
Klaar: Nakijken H1.1 (1 t/m 13)
Tijd: tot 5 minuten voor het einde van de les



Slide 13 - Tekstslide