Quiz Steden en dorpen blok 1 en 2
1 / 22
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Op welke plek zou een stad niet zo snel ontstaan zijn?
A
kruispunt van wegen
B
in het binnenland
C
bij een kasteel
D
bij een rivier
Slide 2 - Quizvraag
Hoe noem je het oudste deel van de stad met een marktplein en oude gebouwen?
Slide 3 - Open vraag
Noem een voorbeeld van een ambacht
Slide 4 - Open vraag
'In de Middeleeuwen had elke stad zijn eigen munt'
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noem je degene die geld van andere steden controleerde en omruilde met munten van de eigen stad?
A
oplichter
B
handelaar
C
geldwisselaar
D
graaf
Slide 6 - Quizvraag
Zo noem je een stad die tegen omliggende dorpen is aangegroeid
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Over welk begrip gaat deze kaart?
Slide 9 - Open vraag
Steeds meer mensen verhuizen van de stad naar een dorp
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Een visser werkt in de secundaire sector
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Een docent werkt in de tertiaire sector
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Een restaurant is een commercieel bedrijf
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Welke stad heeft geen samenwerking met Deventer?
A
Milaan
B
Arnsberg
C
Sibiu
D
Tartu
Slide 14 - Quizvraag
Waar handelden de Hanzesteden niet in?
A
vis
B
hout
C
wijn
D
laptops
Slide 15 - Quizvraag
Mensen met dezelfde ambacht waren lid van een.....
Slide 16 - Open vraag
Als je de basisvaardigheden van een ambacht berheerste...
A
... kon je een eigen bedrijf beginnen
B
... werd je gezel
Slide 17 - Quizvraag
Stadsrechten zorgden voor meer/minder macht van de heer
A
meer
B
minder
Slide 18 - Quizvraag
Hoe noem je de klussen die horigen voor hun heer moesten doen?
Slide 19 - Open vraag
'Iemand die iedere dag reist van woonplaats naar werkplaats'
Slide 20 - Open vraag
Verpauperen kan leiden tot stedelijke vernieuwing
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quizvraag
'Opleidingsniveau en woningkenmerken hebben niks met elkaar te maken'
A
juist
B
onjuist
