In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
PW leerfase 1
5 april 2022
Slide 1 - Tekstslide
M: ''Mijn collega's zijn altijd aan het roddelen over iedereen. En ik weet dan niet zo goed wat ik moet doen''. H: ''Oh ja ik snap je helemaal, ik heb dat ook een keer meegemaakt toen.....'' Hoe vaak luisteren mensen nu echt naar elkaar?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Communicatie
= het overdragen van informatie (ook wel de boodschap) tussen zender en ontvanger
Bv. ouders en pm-er of pm-er en kind..
Slide 3 - Tekstslide
Kind: ''Mijn ballon is weg''. Moeder: ''Niet zo zeuren, kies thuis maar een andere''. Kind: ''Neeee''. Voelt het kind zich gehoord?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
1. Omgaan met gevoelens
Je ontkent een negatief gevoel van een kind en daardoor wordt zijn emotie groter en raakt het meer van streek. Want zeg nu zelf dat een ballon wegvliegt is toch ook niet leuk?
Slide 5 - Tekstslide
Hoe zou je wel kunnen reageren?
Slide 6 - Open vraag
2. Uitnodigen tot coöperatief gedrag
Coöperatief = mee willen werken of samen willen werken
Bv. ''We stappen nu op de fiets. Zullen we samen zwaaien naar de ballon, of zwaai je alleen?''
Slide 7 - Tekstslide
Vader: ''Zit je weer op je mobiel! Hoe vaak moet ik het nog zeggen? Niet met je telefoon aan tafel! Je luistert gewoon niet!'' Wie herkent dit?
A
Ik herken dit
B
Ik herken dit niet
Slide 8 - Quizvraag
3. Altenatieven voor straf
Kind heeft grenzen nodig. Dat geeft veiligheid.
Laat het kind zelf met oplossingen komen. Maak het kind verantwoordelijk voor zijn/haar eigen gedrag
Slide 9 - Tekstslide
Bouwsteen 4. aanmoedigen van autonomie. Wat is autonomie?
A
Iemand anders kan beslissingen voor jou maken
B
Recht om te bepalen wat je zelf doet. Zelfstandig zijn.
C
Slide 10 - Quizvraag
4. aanmoedigen van autonomie
Neem het niet over.
Door het niet over te nemen kun je respect tonen voor hun worsteling en informatie geven.
Zo worden kinderen autonomer (zelfstandiger) en hierdoor groeit hun zelfvertrouwen
Slide 11 - Tekstslide
Kind: ''Ik krijg mijn rits niet dicht''. Hoe kan je reageren?
Slide 12 - Open vraag
6. Omgaan met rollen
Veel kinderen zitten al vroeg vast in een rol.
Je bent een druktemaker, een muurbloempje of een driftkikker.
Behandel je een kind naar zijn rol? Dan gedraagt hij zich hiernaar.
Slide 13 - Tekstslide
Moeder: ''Overal zie ik kleren liggen. Wat ben je toch een chaoot''. Uitleg: Door gedrag te benoemen dat tegengesteld is aan zijn rol bevrijd je hem van zijn rol. Moeder: ''Hé, jij hebt je LEGO op kleur gesorteerd. Dit is wat ik noem georganiseerd''.