NE2425-K2-les 38 persoonsvorm in vt - les 49 toelichting en voorbeelden in teksten

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom in periode 2
Deze periode gaan we werken aan:

- leesvaardigheid 
- schrijfvaardigheid
- spreekvaardigheid
- kijk- en luistervaardigheid
- fictie

NODIG bij het vak Nederlands-->  Kern lesboek, laptop, leesboek, schrift en pen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HK2C

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plattegrond HK2C - lokaal H114
HK2C

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plattegrond HK2C - lokaal H114
HK2C

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HK2D

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HK2D

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
Telefoon in je Zakkie, Zakkie in je tas!​
Jas uit + spullen op tafel: Chromebook, lesboek, JdW-map en etui.​
NUMO Nederlands maken.​
Huiswerk bespreken/les starten.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week - les 38 + les 49
Deze LessonUp hoort bij: 

Les 38: spelling en grammatica --> persoonsvorm in vt
Les 49: begrijpend lezen --> toelichtingen en voorbeelden in teksten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling en grammatica
Les 38 Hoe schrijf je de persoonsvorm in de verleden tijd?

Lesdoel:
Je leert de persoonsvorm van zwakke, sterke en onregelmatige werkwoorden in de verleden tijd schrijven.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je het verschil tussen sterke werkwoorden en onregelmatige werkwoorden?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Instructie

Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
zwakke werkwoorden
sterke werkwoorden
onregelmatige werkwoorden

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden uit deze les
eenmaal: op een bepaald moment in het verleden of in de toekomst
uitbreiden: meer of groter maken
aantreffen: vinden (zonder dat je het zocht)
scheiden: uit elkaar halen
opmerking: iets wat je denkt en zegt
(zich) bezighouden met: iets doen met

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen
- Doe je boek open: blz. 80 + 81
- Lees Belangrijk
- Samen maken: opdracht 1 t/m 3, blz. 80 
- Zelfstandig werken: opdracht 5 t/m 9, blz. 80 + 81


Slide 23 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen.
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gisteren ...... (ophalen) ik Kim op om te gaan winkelen.
Wat moet er op de puntjes ingevuld worden?
A
haalde (op)
B
hield (op)
C
haalte (op)

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ....... (weten) niet dat je gisteren je telefoon kwijt was.
Wat moet er op de puntjes ingevuld worden?
A
weette
B
wisten
C
wist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De directeur ....... (mogen) een bloemetje brengen.
Wat moet er op de puntjes ingevuld worden?
A
mogte
B
mocht
C
mogde
D
mogt

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat weet je nu:

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrijpend lezen
Les 49 Hoe herken je toelichting en voorbeelden in een tekst?

Lesdoel:
Je leert hoe je teksten beter begrijpt door op toelichting en voorbeelden te letten. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Wat is een toelichting en wat is een voorbeeld?

Slide 32 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Instructie

Slide 33 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
toelichting
voorbeelden
signaalwoorden 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden uit deze les
eenmaal: op een bepaald moment in het verleden of in de toekomst
uitbreiden: meer of groter maken
aantreffen: vinden (zonder dat je het zocht)
scheiden: uit elkaar halen
opmerking: iets wat je denkt en zegt
(zich) bezighouden met: iets doen met

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen
- Doe je boek open: blz. 102 + 103
- Lees Belangrijk
- Samen maken: opdracht 1 t/m 4, blz. 102
- Zelfstandig werken: opdracht 6 t/m 11, blz. 102 + 103


Slide 41 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen.
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een toelichting?
A
In een toelichting staat iets meer over een onderwerp.
B
Een toelichting legt iets uit.
C
In een toelichting vind je voorbeelden over een onderwerp.

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat weet je nu:

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FICTIE: LEKKER EVEN LEZEN
Pak nu je leesboek. Denk tijdens het 
lezen ook aan de fictieopdracht.

("Wat moet ik aan het eind van 
deze periode inleveren bij dit leesboek?")

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk cijfer geef je jouw inzet vandaag?
A
Een 10.... zoals altijd
B
Een voldoende, dat is prima.
C
Een onvoldoende, ik kan echt beter.
D
Ik heb eigenlijk niet meegedaan......

Slide 48 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

    Begrippen uit deze les: schrijf deze in je map
signaalwoorden
nauwkeurig

opgeven:
stoppen met iets doen
zich voorstellen
zijn naam zeggen
blijken (uit) Duidelijk zijn uit iets.
Omkeren omdraaien, teruggaan
Letterlijk Als iets precies weergeeft wat er geschreven of gezegd is





Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket: hoe ga je deze les thuis herhalen?

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Bedankt en tot de volgende les!
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 51 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.