Trede 21 - 1.7: Exponentiële Formule

1.7
Exponentiële Formule
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.7
Exponentiële Formule

Slide 1 - Tekstslide

Exponentiële toename

Slide 2 - Tekstslide

.......... = begingetal x groeifactor
tijd
Samira opent een nieuwe spaarrekening en zet daar € 500,- op. De bank geeft haar 4% rente per jaar.
Een voetbalvereniging heeft 243 leden.
Men verwacht een jaarlijkse toename van 2,3%.

Slide 3 - Tekstslide

Je zet € 285 op een spaarrekening.
En krijgt 3,75% rente gedurende 5 jaar.

Wat is het begingetal?
A
285
B
3,75
C
5

Slide 4 - Quizvraag

Je zet € 285 op een spaarrekening.
En krijgt 3,75% rente gedurende 5 jaar.

Wat is de groeifactor?
A
285
B
1,375
C
3,75
D
1,0375

Slide 5 - Quizvraag

Je zet € 285 op een spaarrekening.
En krijgt 3,75% rente gedurende 5 jaar.

Bereken het bedrag dat na 5 jaar op de spaarrekening staat.

Slide 6 - Open vraag

Exponentiële afname

Slide 7 - Tekstslide

.......... = begingetal x groeifactor
tijd
In 2022 was het aantal inwoners van Schiermonnikoog 1263.
Men verwacht dat dit aantal elk jaar met 5% zal dalen.
In een bos leven zo'n 140 eekhoorns.
De boswachter verwacht dat het aantal elk jaar met 2,6% zal afnemen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de groeifactor bij een
afname van 12% per maand?
Alleen getal invoeren (komma, geen punt)

Slide 9 - Open vraag

In een bos wordt gejaagd op herten.
In 2010 waren er 200 herten.
Elk jaar is dat aantal met 8% afgenomen.
Welke exponentiële formule hoort bij deze situatie?
A
Hertenpopulatie=2000,08t
B
Hertenpopulatie=8200t
C
Hertenpopulatie=2000,92t
D
Hertenpopulatie=20092t

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel herten zijn
er nog in 2018?

Slide 11 - Open vraag