Examenopdrachten ZA H1

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Opgave 1 | De tsunami's van Chili en Indonesië 
Bestudeer voor deze opgave de bronnen 1 en 2 en gebruik de atlas.

In 2004 veroorzaakte een aardbeving bij Indonesië een tsunami waarbij 150.000 doden vielen.
In 2010 veroorzaakte een aardbeving in Chili een tsunami.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Gebruik bron 1 en de platentektoniekkaarten van Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië in de atlas

1. Noteer twee fysisch-geografische overeenkomsten tussen het ontstaan van de aardbevingen in Chili en Indonesië.

Slide 4 - Open vraag

Er ontstaat niet bij elke aardbeving in die omgeving een tsunami.

2. Aan welke voorwaarde moet zijn voldaan wil er een tsunami ontstaan?
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Vergelijk de kaart van bron 2 met de kaart Zuid-Amerika - Natuurkundig.

3. Welke plek in Zuid-Amerika zal – afgezien van de kuststrook van Chili – ernstig zijn getroffen door de tsunami van 2010?

Slide 7 - Open vraag

4. Beredeneer waarom op de plaats uit vraag 3 een aantal doden is gevallen, terwijl dit niet het geval was in Nieuw-Zeeland.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 8 - Open vraag

5. Noteer twee sociaalgeografische factoren die hebben geleid tot het (relatief) geringe aantal slachtoffers bij de aardbeving bij Chili in vergelijking met Indonesië.

Slide 9 - Open vraag

Opgave 2 | Vulkanen
Bestudeer voor deze opgaven:
- bronnen 3 en 4 
- en gebruik de atlas.

Slide 10 - Tekstslide

Vergelijk de subductiezone van de Australische plaat met die van de Nazcaplaat.

6. Welk verschil kun je bij deze subductiezone herkennen in de spreiding van de vulkanen op de Indonesische eilanden en de spreiding van de vulkanen in de Andes?

Slide 11 - Open vraag

7. Geef een verklaring voor dit afwijkende patroon.
Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De Cotopaxi en andere vulkanen in Ecuador hebben kale hellingen en de toppen zijn bedekt
met sneeuw. De hellingen van de vulkaan de Marapi en andere vulkanen op Sumatra zijn bedekt
met dichte vegetatie.

8. Verklaar het verschil in vegetatie tussen beide landen.

Slide 15 - Open vraag

De vulkanen in de Andes zijn minder explosief dan die op Sumatra.

9. Beredeneer in drie stappen waar dit mee te maken heeft.

Slide 16 - Open vraag