Ali komt uit Syrie. Hij is daar geboren.
Het verwijswoord is: hij. hij->Ali Daar: = Syrie
Marcel heeft een mooi droomhuis, het staat in Zwolle
Het verwijswoord is: het. het-> het droomhuis
Ik was in de vakantie in Griekenland. Het was daar heel mooi weer.
Het verwijswoord is: daar. daar -> in Griekenland