Actieve en passieve zinnen

1 / 58
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke versie vond jij het best?
De eerste versie
De tweede versie

Slide 2 - Poll

Waarom vond je die versie beter?

Slide 3 - Open vraag

Actieve en passieve zinnen

Slide 4 - Tekstslide

Na deze les kan je:
1. actieve zinnen identificeren
2. passieve zinnen identificeren
3. Het verschil tussen actieve en passieve zinnen uitleggen

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling: de tijden
Voltooid en onvoltooid. hoe zat dat nu weer?

volg mee op bord

Slide 6 - Tekstslide

Vergelijk:
1. De lift brengt Thomas naar de oppervlakte.


2. Thomas wordt naar de oppervlakte gebracht door de lift.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van zin 1?
1. De lift brengt Thomas naar de oppervlakte.

Slide 8 - Open vraag

Wie/wat voert de actie uit in zin 1?
1. De lift brengt Thomas naar de oppervlakte.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het onderwerp van zin 2?
2. Thomas wordt naar de oppervlakte gebracht door de lift.

Slide 10 - Open vraag

Wie/wat voert de actie uit in zin 2?
2. Thomas wordt naar de oppervlakte gebracht door de lift.

Slide 11 - Open vraag

Vergelijk
1. De lift brengt Thomas naar de oppervlakte.
O = de lift
onderwerp voert de actie uit
2. Thomas wordt naar de oppervlakte gebracht door de lift.
O = Thomas
onderwerp ondergaat de actie

Slide 12 - Tekstslide

Vergelijk
1. De Gladers begroeten Thomas.
==> Thomas wordt begroet door de Gladers.
2. De Gladers leiden Thomas rond.
==> Thomas wordt rondgeleid door de Gladers.
3. Thomas verkent zijn nieuwe omgeving.
==> De nieuwe omgeving wordt verkend door Thomas.

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
Verbeteren oefening 1&3 p. 181-182


Slide 14 - Tekstslide

Oefening 1
Zin 1: De klemtoon ligt op de persoon: de kapper doet iets.
Zin 2: De klemtoon ligt op de handeling: de haren worden geborsteld.

Slide 15 - Tekstslide

Vergelijk
1. De Gladers begroeten Thomas.
==> Thomas wordt begroet door de Gladers.
2. De Gladers leiden Thomas rond.
==> Thomas wordt rondgeleid door de Gladers.
3. Thomas verkent zijn nieuwe omgeving.
==> De nieuwe omgeving wordt verkend door Thomas.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe passieve zinnen vormen?
1. De Gladers begroeten Thomas.
==> Thomas wordt begroet door de Gladers.
2. De Gladers leiden Thomas rond.
==> Thomas wordt rondgeleid door de Gladers.
3. Thomas verkent zijn nieuwe omgeving.
==> De nieuwe omgeving wordt verkend door Thomas.

Slide 17 - Tekstslide

worden/zijn
Gebruik worden voor onvoltooide tijden
Thomas zoekt de kaart => De kaart wordt gezocht door Thomas
gebruik zijn voor voltooide tijden
Thomas heeft de kaart gezocht => De kaart is gezocht door Thomas

fluo pagina 182

Slide 18 - Tekstslide

Herhaling: de tijden
Voltooid en onvoltooid. hoe zat dat nu weer?

volg mee op bord

Slide 19 - Tekstslide

Herhaling: de tijden
oefening 1-6 werkblad

Slide 20 - Tekstslide

3: onvoltooid verleden toekomende tijd
Ik                  zou een kast maken
jij                  zou een kast maken  
hij/zij/het   zou een kast maken
wij             zouden een kast maken 
jullie         zouden een kast maken
zij              zouden een kast maken

Slide 21 - Tekstslide

3: onvoltooid verleden toekomende tijd
Een kast zou gemaakt worden (door mij)
Een kast zou gemaakt worden (door jou)
Een kast zou gemaakt worden (door hem/haar)
Een kast zou gemaakt worden  (door ons)
Een kast zou gemaakt worden (door jullie)
Een kast zou gemaakt worden  (door hen)

Slide 22 - Tekstslide

3: voltooid verleden toekomende tijd
Ik                  zou een kast gemaakt hebben.
jij                  zou een kast gemaakt hebben.
hij/zij/het   zou een kast gemaakt hebben.
wij             zouden een kast gemaakt hebben. 
jullie         zouden een kast gemaakt hebben. 
zij              zouden een kast gemaakt hebben.

Slide 23 - Tekstslide

3: voltooid verleden toekomende tijd
Een kast zou gemaakt zijn (door mij)
Een kast zou gemaakt zijn (door jou)
Een kast zou gemaakt zijn (door hem/haar)
Een kast zou gemaakt zijn  (door ons)
Een kast zou gemaakt zijn (door jullie)
Een kast zou gemaakt zijn  (door hen)

Slide 24 - Tekstslide

slot: spiekbriefje
maak een spiekbriefje voor de volgende les. Je mag zo veel op de post-it schrijven als je wil.

Slide 25 - Tekstslide

wat ontbreekt?
Een lid van Reuzegom werd geviseerd.
Het wereldrecord meeste truien in een keer aandoen is verbroken.
Miss België is gewonnen.

Slide 26 - Tekstslide

Een lid van Reuzegom werd geviseerd door Acid.

Slide 27 - Tekstslide

wat ontbreekt?
Het wereldrecord meeste truien in een keer aandoen is verbroken door een Amerikaanse tiener.

Slide 28 - Tekstslide

Miss België is gewonnen door Kenza Ameloot.

Slide 29 - Tekstslide

Les 2: actieve en passieve zinnen
Na deze les kan je:
1. Aangeven of een handelend voorwerp vermeld moet worden.
2. Een actieve zin passief maken.
3. Een tekst schrijven met actieve en passieve zinnen.

Slide 30 - Tekstslide

Het handelend voorwerp
In een passieve zin is er soms een handelend voorwerp (HV). Dat vertelt wie de handeling uitvoert. Dit zinsdeel begint altijd met door.
==>Een lid van Reuzegom werd geviseerd door Acid.
==>Het wereldrecord meeste truien in een keer aandoen is verbroken door een Amerikaanse tiener.
==>Miss België is gewonnen door Kenza Ameloot. 

Slide 31 - Tekstslide

Let op!
Zinsdelen die met 'door' beginnen zijn niet altijd een handelend voorwerp!
==> Door het raam zag ik haar voorbij lopen. 
(bijwoordelijke bepaling)
==> Minho liep snel door zijn vele training.
(bijwoordelijke bepaling)

Slide 32 - Tekstslide

Hoe passieve zinnen vormen?
1. De Gladers begroeten Thomas.
==> Thomas wordt begroet door de Gladers.
2. De Gladers leiden Thomas rond.
==> Thomas wordt rondgeleid door de Gladers.
3. Thomas verkent zijn nieuwe omgeving.
==> De nieuwe omgeving wordt verkend door Thomas.

Slide 33 - Tekstslide

Oefenen


Oefening 4 werkboek
individueel 
Oefening 7 werkblad individueel/per twee

Slide 34 - Tekstslide

Oefenen
oefening 5 werkboek
oefening 8 werkblad
 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

a. De Gladers verbouwen gewassen voor de gemeenschap.

==>De gewassen worden verbouwd voor de gemeenschap.

Slide 38 - Tekstslide

b. Iedereen ontbijt ‘s ochtends in de centrale ruimte van de Glade.

==> 's Ochtends wordt er ontbeten in de centrale ruimte van de Glade.

Slide 39 - Tekstslide

c. Ervaren leden van de gemeenschap trainen jonge Gladers om hen voor te bereiden op hun taken en verantwoordelijkheden.

==> Jonge Gladers worden getraind om hen beter voor te bereiden op hun taken en verantwoordelijkheden.
 

Slide 40 - Tekstslide

d. Gally gooit een speer naar Chuck, wat hem het leven kost.

==>Een speer wordt gegooid naar Chuck door Gally, wat hem het leven kost.

Slide 41 - Tekstslide

e. Gladers vieren speciale gelegenheden en mijlpalen met feesten en bijeenkomsten in de centrale ruimte.

==> Speciale gelegenheden en mijlpalen worden gevierd met feesten en bijeenkomsten in de centrale ruimte.

Slide 42 - Tekstslide

Klaar?
sluit je boeken en probeer alle stappen op te noemen om een actieve zin passief te maken. Indien je niet alle stappen hebt, mag je spieken.

Slide 43 - Tekstslide

intro:
's Ochtends wordt er opgestaan door iedereen.
De vrouw is gisteren opgepakt door de politie.
De man werd veroordeel tot vijf jaar cel door de rechter.
Er werd lesgegeven door de leerkracht.
Er werd een brand geblust door de brandweer.
Er is duizend euro gestolen door een dief.

Slide 44 - Tekstslide

intro:
's Ochtends wordt er opgestaan door iedereen.
De vrouw is gisteren opgepakt door de politie.
De man werd veroordeel tot vijf jaar cel door de rechter.
Er werd lesgegeven door de leerkracht.
Er werd een brand geblust door de brandweer.
Er is duizend euro gestolen door een dief.

Slide 45 - Tekstslide

actieve en passieve zinnen

Slide 46 - Woordweb

Is volgende zin actief of passief?
Hij werd achtervolgd door een Griever.
A
actief
B
passief

Slide 47 - Quizvraag

Is volgende zin actief of passief?
Teresa onthulde plotseling belangrijke informatie.
A
actief
B
passief

Slide 48 - Quizvraag

Is volgende zin actief of passief?
Er werd elke dag aan de gemeenschap gewerkt.
A
actief
B
passief

Slide 49 - Quizvraag

Tot welk zinsdeel behoort 'door'?
De Gladers werden aangemoedigd om door te zetten.
A
Bijwoordelijke bepaling van reden
B
Bijwoordelijke bepaling van richting
C
Handelend voorwerp
D
ADPV

Slide 50 - Quizvraag

Tot welk zinsdeel behoort 'door'?
Het labyrint werd doorkruist door de Gladers.
A
Bijwoordelijke bepaling van reden
B
Bijwoordelijke bepaling van richting
C
Handelend voorwerp
D
ADPV

Slide 51 - Quizvraag

Tot welk zinsdeel behoort 'door'?
Thomas vond de uitgang door zijn vastberadenheid.

A
Bijwoordelijke bepaling van reden
B
Bijwoordelijke bepaling van richting
C
Handelend voorwerp
D
ADPV

Slide 52 - Quizvraag

Tot welk zinsdeel behoort 'door'?
Teresa struikelde bij het lopen door het labyrint.

A
Bijwoordelijke bepaling van reden
B
Bijwoordelijke bepaling van plaats/richting
C
Handelend voorwerp
D
ADPV

Slide 53 - Quizvraag

Wat weet je nog over het handelend voorwerp?

Slide 54 - Open vraag

Wanneer gebruik je passieve zinnen?

Slide 55 - Tekstslide

Oefenen...
Maak oefening 8 in het werkboek
je mag zelf kiezen of je dat alleen of per twee doet.

Slide 56 - Tekstslide

Schrijfoefening
maak oefening 9 van het extra werkblad.
Kies zelf of je het alleen of per twee doet.

Slide 57 - Tekstslide

Klaar?
Noteer drie zaken waar je op gelet hebt bij het al dan niet gebruiken van passieve zinnen in je opdracht en noteer ze bij de tekst.

...
Oefening 6 + 9/10

Slide 58 - Tekstslide