H1B 2-6

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

À l'école:
- Anne
- Evie
- Linde
- Mynke
- Jasper
- Nuri
- Thymen
- Nieck
- Thijs van Bezouw
À la maison:
Les autres élèves :-)

Slide 2 - Tekstslide

Programme avant la pause

À l'école
1. Répéter source C
2. Parler

Programme avant la pause

À la maison
1. Répéter source C
2. Zelfstandig werken / vocabulaire leren

Slide 3 - Tekstslide

We gaan een quizje doen. Houd voor jezelf het aantal goede en foute antwoorden bij op papier.

Slide 4 - Tekstslide

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord in het Frans MEESTAL?
A
VOOR het zelfstandig naamwoord
B
NA het zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin is fout?
A
Une petite fille
B
Une blonde fille
C
Une grande fille
D
Une belle fille

Slide 6 - Quizvraag

Welk bijvoeglijk naamwoord staat VOOR het zelfstandig naamwoord?
A
français
B
rouge
C
vieux
D
sportif

Slide 7 - Quizvraag

Zet de woorden in de juiste volgorde.
nouvelle - La - maison

Slide 8 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde.
cheveux - les - longs

Slide 9 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde.
pantalon - vert - Le

Slide 10 - Open vraag

Zet de woorden in de juiste volgorde.
mauvais - livre - Le

Slide 11 - Open vraag

Welke bijvoeglijk naamwoorden staan vóór het zelfstandig naamwoord?

Slide 12 - Woordweb

Resultaat
- 0/1 vraag fout = zelfstandig werken aan studiewijzer (15 minuten)
- 2/3 vragen fout = kiezen (extra uitleg of zelfstandig werken)
- meer dan 3 vragen fout = extra uitleg (15 minuten)

Slide 13 - Tekstslide

À l'école

Parler
À la maison

Zelfstandig werken / Vocabulaire leren (20-25 minuten)

Vragen? Stel ze in de chat.
Zet je geluid uit. Dan heb je geen last van ons.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Programma après la pause

À l'école
1. Instruction source F
2. Faire les exercices
3. Le livre (Jojo)

Programme après la pause

À la maison
1. Instruction source F
2. Faire les exercices
3. Le livre (Jojo)


Slide 16 - Tekstslide

Quelle heure est-il?
A
Il est midi
B
Il est une heure et demie
C
Il est midi dix
D
Il est deux heures

Slide 17 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
A
Il est neuf heures et demie.
B
Il est dix heures et demie.
C
Il est neuf heures moins le quart
D
Il est neuf heures et quart.

Slide 18 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
A
Il est huit heures moins le quart
B
Il est huit heures et quart
C
Il est huit heures et demie
D
Il est quatre heures moins vingt

Slide 19 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
A
Il est cinq heures moins le quart.
B
Il est quatre heures et quart.
C
Il est cinq heures et quart.
D
Il est quatre heures moins le quart.

Slide 20 - Quizvraag

Quelle heure est-il?
A
il est dix heures
B
il est deux heures
C
il est midi
D
il est douze heures

Slide 21 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

00:00
A
Il est midi.
B
Il est minuit.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

"Il est dix heures moins vingt" = ?
A
10:20
B
9:40
C
9:20
D
10:40

Slide 24 - Quizvraag

"Il est trois heures dix" = ?
A
10:03
B
14:50
C
15:10
D
3:10

Slide 25 - Quizvraag

"Il est sept heures moins ving-cinq" = ?
A
6:35
B
7:25
C
7:35
D
6:40

Slide 26 - Quizvraag

"Il est deux heures cinq" = ?
A
13:55
B
14:15
C
14:05
D
13:05

Slide 27 - Quizvraag

10:10 = ?
A
Deux heures dix
B
Dix heures moins dix
C
Dix heures et dix
D
Dix heures dix

Slide 28 - Quizvraag

15:50 = ?

Slide 29 - Open vraag

8:25 = ?

Slide 30 - Open vraag

11:05

Slide 31 - Open vraag

Au travail!
Exercices 22 - 23
Klaar? Nakijken via Hapara.
Vocabulaire leren.
timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Wie of Wat is Jojo?
A
Meisje
B
De buurvrouw
C
Konijn
D
Moeder

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het Franse woord voor "konijn"?

Slide 35 - Open vraag

Wat is het tegenovergestelde Franse woord voor "heureux"?
A
content
B
aujourd'hui
C
libre
D
triste

Slide 36 - Quizvraag

Vul het juiste woord in.

Fabien est _________ d'Aude.
A
le frère
B
le père
C
le cousin
D
la soeur

Slide 37 - Quizvraag

Waar heeft Jojo in gebeten?
A
une pomme
B
une carotte
C
un pantalon
D
les chaussures

Slide 38 - Quizvraag

Tijdens welke maaltijd ontdekken ze Jojo?
A
Ontbijt
B
Lunch
C
Avondeten

Slide 39 - Quizvraag

Waar vinden ze Jojo uiteindelijk?
A
Achter de bank
B
Onder de bank
C
Op de bank
D
In de bank

Slide 40 - Quizvraag

"Ils ont trouvé Jojo dans le canapé. Il y a un trou dans le canapé maintenant."
Wat is volgens jou een "trou"?

Slide 41 - Open vraag

Wat vond je van het boekje? Makkelijk, moeilijk, interessant, leerzaam... Geef je mening!

Slide 42 - Open vraag

Tijd over?
Vocabulaire ABE leren.
Volgende week een toetsje.

Slide 43 - Tekstslide