Lezen H2 - 4GT

Lezen H2 - 4GT
do. 3 okt 2024 - 4E - 4e uur
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen H2 - 4GT
do. 3 okt 2024 - 4E - 4e uur

Slide 1 - Tekstslide

do. 3 okt 2024 - 4E - 4e uur
  • Korte terugkoppeling resultaten SE
  • Uitleg Lezen H2: signaalwoorden en tekstverbanden 
  • Herhalen uitleg Lezen H1: indeling van een tekst
  • Bespreken huiswerk: opdr. 1 Lezen H2
  • Zelfstandig werken: opdr. 2 Lezen H2 
  • Huiswerk: opdr. 3 Lezen H2
  • Voorlezen

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg lezen H2

Tekstverbanden & signaalwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Tekstverbanden & signaalwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Tekstverbanden & signaalwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Herhalen uitleg Lezen H1

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg tekstdoel
Wat wil de schrijver bereiken met zijn/haar tekst? → doel van een tekst
5 tekstdoelen:
  • informeren --> informatie geven / iets uitleggen
  • overtuigen --> proberen de lezer de mening van de tekst te laten overnemen
  • activeren --> proberen de lezer iets te laten doen
  • amuseren --> vermaken: fictie

Slide 8 - Tekstslide

Indeling van een tekst
  • inleiding
  • middenstuk 
  • slot 

Slide 9 - Tekstslide

Inleiding
In de inleiding van een tekst wordt bijna altijd het onderwerp genoemd. Daarnaast wordt bijvoorbeeld:
  • de aanleiding voor het schrijven van de tekst genoemd;
  • een voorbeeld bij het onderwerp gegeven;
  • een leuk, kort verhaaltje (anekdote) verteld;
  • een belangrijke vraag gesteld;
  • een mening of standpunt (over het onderwerp) gegeven;
  • de hoofdgedachte van de tekst genoemd;
  • een deskundige over het onderwerp geïntroduceerd;
  • iets over de opbouw van de tekst verteld;
  • een korte samenvatting van de tekst gegeven.

Slide 10 - Tekstslide

Middenstuk
In het middenstuk van een tekst worden verschillende zaken behandeld die met het onderwerp te maken hebben. Dat zijn de deelonderwerpen.

Slide 11 - Tekstslide

Slot
In het slot van een tekst wordt bijvoorbeeld:
  • de hoofdgedachte van de tekst genoemd;
  • een advies gegeven;
  • een conclusie getrokken;
  • een korte samenvatting van de tekst gegeven;
  • een toekomstverwachting genoemd;
  • een vraag uit de inleiding beantwoord.

Slide 12 - Tekstslide

Vragen over de indeling
  1. Uit welke drie delen bestaat een tekst?
  2. Waar vind je de belangrijkste informatie van een tekst?
  3. Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
  4. Waar vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 13 - Tekstslide

Vragen over kernzin, signaalwoord en tekstverband

  1. Wat is een kernzin?
  2. Waar vind je de kernzin?
  3. Wat staat er vóór of na de kernzin?
  4. Wat zijn signaalwoorden?
  5. Wat zijn tekstverbanden?


Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Pak je boek en je schrift:
Maak opdr. 2 op blz. 43-44
Lezen H2
=
huiswerk voor morgen vr. 4/10

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk vr. 4/10
Maak opdr. 3 op blz. 24 
Werk in je schrift.

Slide 16 - Tekstslide

    Voorlezen
        Lichaam van licht

Jelmer Soes

Slide 17 - Tekstslide

vr. 4 okt. - 4E - 3e uur
  • Bespreken Examenblad
  • Bespreken opdr. 2 blz. 43-44
  • Maken opdr. 3 + 4 blz. 44-46
  • Quizlet signaalwoorden 
  • Voorlezen 

Slide 18 - Tekstslide

Bericht van Examenblad:

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 blz. 43-44
  • 1) De functie van deze afbeelding is aandacht trekken. Je ziet zo’n gek plaatje en wilt weten wat hiermee aan de hand is. Het is niet nodig om de tekst te begrijpen en voegt ook geen nieuwe inhoud toe.
  • 2) Internettrollen of nepaccounts
  • 3) D door een aantal aansprekende voorbeelden te noemen
  • 4)
  • b Alinea 2 geeft nog meer voorbeelden bij alinea 1.
  • c Alinea 2 is een uitwerking van alinea 1.
  • d Alinea 2 noemt een gevolg bij alinea 1.
  • e Alinea 2 vormt een opsomming samen met alinea 1.

Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 blz. 43-44
  • 5) Tegenstellend verband: mens van vlees en bloed - marionet van een onzichtbare poppenspeler.
  • 6) B Nepaccounts
  • 7) C tijdsvolgorde
  • 8) Eerst, daarna, vervolgens
  • 9) Oorzaak: Zolang je niet dreigt, is het legaal om op internet onder een andere naam je mening te uiten.
  • Gevolg: Trollen kunnen makkelijk hun gang gaan.
  • 10) C dat grote bedrijven en landen veel verder gaan dan bijvoorbeeld Dotan

Slide 23 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 2 blz. 43-44
  • 11) Een ‘social bot’ is een geautomatiseerd nepaccount, aangedreven door kunstmatige intelligentie. Het is dus geen mens meer die erachter zit.
  • 12) Reden 1: kinderen worden op deze manier in de verleiding gebracht om allerlei dingen te kopen.
  • Reden 2: kinderen vertrouwen hun geheimen toe aan social bots. Hierdoor kan de overheid ontdekken of er iets strafbaars gebeurt.
  • 13) D De laatste alinea geeft een waarschuwing.
  • 14) D Nepaccounts zijn in opkomst en steeds lastiger van echte accounts te onderscheiden.

Slide 24 - Tekstslide

Opdr. 3 - vraag 1 - blz. 44

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak 
opdr. 4 Lezen H2 - vraag 1 t/m 11
blz. 45 t/m 47
=
huiswerk woensdag 9/10

Behoefte om extra te oefenen? Maak de online opdrachten!

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen met tekstverbanden & signaalwoorden

Slide 27 - Tekstslide

    Voorlezen
        Lichaam van licht

Jelmer Soes

Slide 28 - Tekstslide

Fijn weekend!🎉

Slide 29 - Tekstslide