Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1T GRAMMATICA ZINSONTLEDING HERHALING H2.4 + H4.4
Wat is de eerste stap bij zinsontleding?
A
Onderstreep de pv
B
Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen
C
Zoek het onderwerp
1 / 14
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is de eerste stap bij zinsontleding?
A
Onderstreep de pv
B
Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen
C
Zoek het onderwerp
Slide 1 - Quizvraag
Welke volgorde gebruik je bij het ontleden van zinnen?
A
zinsdelen - pv - wg - lv - o - mv
B
pv - zinsdelen - wg - o - lv - mv
C
zinsdelen - pv - wg - o - lv - mv
D
pv - zinsdelen - o - lv - mv
Slide 2 - Quizvraag
Redekundig ontleden is
A
woorden benoemen
B
zinsdelen benoemen
Slide 3 - Quizvraag
Wat moet je voor zinsontleding allemaal kennen?
A
PV-WG-zinsdelen-O-LV-MV
B
PV-WG-zinsdelen-BN-ZN-MV-BWB
C
WG-zinsdelen-O-LV-MV-BWB
D
PV-WG-zinsdelen-O-LV-MV-BWB
Slide 4 - Quizvraag
Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren.
Onderwerp=
A
Als onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze
Slide 5 - Quizvraag
Het antwoord op de vraag:
wie / wat + gezegde + onderwerp is het.....
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 6 - Quizvraag
Hij steekt een lucifer aan.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
steekt
B
hij steekt
C
steekt aan
D
steekt lucifer
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De zwemmer liep rustig de berg op.
A
zwemmer liep
B
liep rustig
C
liep
D
liep op
Slide 8 - Quizvraag
In elke zin staat een lijdend voorwerp
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
'Peter heeft gisteren zijn scooterrijbewijs gehaald.'
A
Peter
B
gisteren
C
scooterrijbewijs
D
Er is geen lijdend voorwerp
Slide 10 - Quizvraag
Is dit een meewerkend voorwerp?
Hij laat al zijn geld na
aan
goede doelen
.
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
Sophie doet jou de groeten
A
Geen meewerkend voorwerp
B
jou
C
Sophie
D
de groeten
Slide 12 - Quizvraag
De postbode | gaf | het pakketje | [aan de buren].
A
Lijdend voorwerp
B
Onderwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 13 - Quizvraag
Het schilderij hangt aan de muur.
Aan de muur=
A
Meewerkend voorwerp
B
Onderwerp
C
Bijwoordelijke bepaling
D
Lijdend voorwerp
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Taal - Zinnen ontleden
Februari 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Grammatica: zinnen ontleden
Oktober 2023
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Zinsontleden
Februari 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 1,2
Zinsontleden
Maart 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 1,2
Zinsontleden
Oktober 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Zinsontleden
November 2023
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 1,2
Zinsontleden
Mei 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 1,2
Zinsontleden
November 2024
- Les met
46 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1