1h/v chapitre 1 les 5

BONJOUR 
Wat zien we hier?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR 
Wat zien we hier?

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Les devoirs (huiswerk)
Bron B
Spel woorden bron A
Bron C
Hoe leer je zinnetjes?

Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 1 bloc A           Waar ging de tekst over?


Au camping!

Slide 3 - Tekstslide

Chapitre 1 bloc A           Wat betekenen de woorden


Tu parles français?
La piscine
Je suis en vacances
une grande tente

Slide 4 - Tekstslide

Les devoirs (huiswerk)
Het huiswerk voor deze les was: 
Leren: De woorden van bron A F-N   p.52
Maken: exercices 2b,4, 6, 7,  (hoofdstuk 1)

Liep je ergens tegen aan? Zo ja, wat was dat?
Samen bekijken we exercice 7. (volgende dia)




timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Comment tu t'appelles?
Tu habites où?



Je m'appelle Tara
J'habite à Drempt

Slide 6 - Tekstslide

Bron B   p. 26 t/m29
Une soirée BBQ au camping.

Voordat je gaat lezen ga je 'scannen'.
Je bekijkt de titel, de plaatjes, de woorden in het blauwe blokje.

Waar denk je dat de tekst over gaat?  

Slide 7 - Tekstslide

Soirée BBQ au camping

Slide 8 - Woordweb

Faites exercices
10a et 10b

Slide 9 - Tekstslide

Travail individuel
Faire exercices
11 et 12 (p.28 en p.29)

Apprendre
Herhalen woorden bloc A van F-N , 
Daarna ga je beginnen met de woorden van A van  N-F.
Bij N-F ga je oefenen met schrijven of via slim stampen.

Slide 10 - Tekstslide

Jeu(spel) woorden bloc A
Quizlet
Ga naar : www.quizlet.live
Voer de code in
Vul je eigen naam in

Slide 11 - Tekstslide

Bron C.  p.30-31
In deze bron gaan we aandacht besteden aan de zinnen.
Stappenplan
  1.  luisteren  (exercice 13a)
  2. nazeggen
  3. schrijven 
  4. nieuwe zinnen mee maken (exercice 13c,13d)

Slide 12 - Tekstslide

Tu habites où?
J'habite à ______

Slide 13 - Woordweb

C'est quoi?
C'est un / une _____

Slide 14 - Woordweb

Devoirs (huiswerk)
Leren:     De woorden  van bron B  F-N (p.52/53)
                  De woorden en zinnen van bron A N-F (p.52)

Maken: exercices  11, 12 (bron B p. 26t/m29)
                exercices 14 ( Doe 2x alsof je één van de personen bent en stel jezelf  voor volgens het voorbeeld. Schrijf dit in je schrift)

Afsluitend spel : Compter jusqu'à 20 avec les yeux fermés.

Slide 15 - Tekstslide