T7 Duurzaam leven

Thema 7 Duurzaam leven
Milieu: 
leefklimaat van mens, dier en plant


1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 16 videos.

time-iconLesduur is: 360 min

Onderdelen in deze les

Thema 7 Duurzaam leven
Milieu: 
leefklimaat van mens, dier en plant


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 1 De mens en het milieu
  • Milieu: omgeving waarin de mens leeft.
  • Bestaat uit:
    * lucht
    * water
    * bodem 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Milieuproblemen
  • Vervuiling
  • Uitputting van de bodem, energiebronnen, etc.
  • Aantasting omgeving
  • Overbevolking
  • Verdwijnen biodiversiteit
  • Ontbossing
  • Klimaatverandering 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Op welke manieren gebruikt de mens het milieu?
A
Voor zuurstof, water, voedsel, energie en grondstoffen
B
Voor recreatie
C
A en B zijn beide onjuist
D
A en B zijn beide juist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De mens is van het milieu afhankelijk, onder andere doordat het milieu grondstoffen en zuurstof levert.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tegenwoordig veroorzaken de activiteiten van de mens vaak milieuproblemen. Dit ontstaat doordat de mens stoffen aan het milieu toevoegt die leiden tot vervuiling of doordat er zoveel stoffen worden ontrokken worden dat er sprake is van uitputting. Door vervuiling en uitputting vindt aantasting van het milieu plaats. 
milieuproblemen
aantasting
uitputting
vervuiling

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 2 Voedselproductie
  • Landbouw:
    * Akkerbouw
    * Tuinbouw
    * Veeteelt
  • Bemesting:
    * Kunstmest
    * Stalmest 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen: inzetten van natuurlijke vijanden
  • Pesticiden: selectief en niet-selectieve varianten.
  • Accumulatie (= het langzaam opslaan van materiaal of bijvoorbeeld energie, met als doel het op een later tijdstip weer te gebruiken).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische modificatie
Genetische modificatie is een techniek om de eigenschappen van een plant, dier of micro-organisme aan te passen door een stukje DNA van het ene organisme over te brengen naar een ander organisme.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische modificatie
  • Een organisme veranderen.
  • Organisme met veranderde genen heten gm-organismen of transgeen organismen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Wat is
"het klimaat"?

A
Het verschil tussen zomer en winter
B
De temperatuur en regenval over een lange periode
C
Het verschil van temperatuur tussen dag en nacht

Slide 14 - Quizvraag

Antwoord is D, lange periode
A en C zijn variaties in korte periode, het gaat over het weer
B klimaat en weer zijn de condities van de atmosfeer. CO2 beïnvloedt het klimaat.

NB: Wat is atmosfeer??
Simpel gezegd is de atmosfeer de “lucht om de aarde die de aarde scheidt van de ruimte”.

Hoe beïnvloedt de
mens het klimaat?
Meer antwoorden
zijn goed.
A
Door te fietsen en door windenergie te gebruiken
B
Door zeespiegelstijging en bloemen te plukken
C
Door CO2 en andere broeikasgassen uit te stoten
D
Door lava en gas uit te stoten

Slide 15 - Quizvraag

Antwoorden zijn A en C
A – door te fietsen en windenergie te gebruiken hebben we een positieve invloed op het klimaat
B – zeespiegelstijging is een gevolg van klimaatverandering (het wordt warmer, en daardoor smelten bijvoorbeeld gletsjers), bloemen plukken heeft niet echt effect (bomen kappen wel)
D – dit doet een volkaan, niet te mens

Wat kun je beter niet doen als je duurzaam probeert te leven?
A
Reizen met het vliegtuig
B
Minder nieuwe kleren kopen
C
Korter douchen
D
Verwarming lager zetten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 3 Landbouw in Nederland
  • Monocultuur: akkerbouwers die maar één soort gewas verbouwen.
  • Intensieve veehouderij: weinig grond en veel dieren.
  • Tuinbouw: tuinbouw in de open grond, glastuinbouw, biologische tuinbouw. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is CO2?
Weet jij precies wat CO2 is?
En wat het doet voor ons milieu?
Bekijk het filmpje 
(volgende dia)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 4 Energie
  • Fossiele brandstoffen: aardgas, aardolie en steenkool. Ontstaan uit dode resten van planten en dieren. 
  • Kernenergie: ontstaat door het splitsen van atoomkernen.
  • Duurzame energie: zonne-energie, windenergie, waterkracht, energie uit biomassa.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In een watermolen wordt energie omgezet. Welke energie wordt omgezet in elektrische energie?
A
Wind-energie
B
Water-energie
C
Zonne-energie
D
Bewegingsenergie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van duurzame energie zijn: energie uit biomassa, energie uit waterkracht en windenergie.
Welke vormen van duurzame energie worden in Nederland vooral gebruikt?
A
Energie uit biomassa en energie uit waterkracht.
B
Energie uit biomassa en windenergie.
C
Energie uit waterkracht en windenergie.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom noemen we windenergie en zonne-energie "duurzame energie"?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 5 Klimaat
  • Broeikaseffect: het tegenhouden van de warmte-uitstraling.
  • Versterkt broeikaseffect: door de verbranding van fossiele brandstoffen neemt de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer toe, hierdoor neemt de broeikaseffect toe. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het broeikaseffect is het opsluiten van hitte in de atmosfeer. Wat is niet waar over het broeikaseffect?
A
Door het broeikaseffect blijft de temperatuur stijgen waardoor er in de toekomst geen winters meer zijn
B
De hitte wordt opgesloten door broeikasgassen; met name C02 en de damp van H2O
C
Zonder het broeikaseffect zou er geen leven op aarde mogelijk zijn
D
Mensen voegen teveel kooldioxide aan de atmosfeer toe waardoor de temperatuur blijft stijgen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het broeikaseffect is goed en het versterkte broeikaseffect is slecht!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het broeikaseffect wordt veroorzaakt door....
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
raketbrandstof

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect
Teveel 
CO2
gemiddeld 2 graden warmer
Klimaatverandering
Zonder dit is het -18 graden op aarde
Zeespiegelstijging
Natuurlijke verwarming
De zon als motor
De mens als motor

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 6 Het water
  • Zelfreinigend vermogen van water: oppervlaktewater is in staat zichzelf te reinigen van de organische afvalstoffen.
  • Waterbloei: voor vermesting kunnen sommige waterplanten enorm uitbreiden. daarbij verdringen ze andere waterplanten. Door sterke algengroei krijgt het water een groene kleur. Vooral door een overvloed aan fosfaat en nitraat ontstaat waterbloei. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterzuivering

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Basisstof 7 Uitstoot en afval
  • Lucht: fijnstof
  • Bodem : bodemsanering het schoonmaken van vuile grond.
  • Afval: 
    * recycling
    * composteren
    * verbranden
    * storten

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het afval in de afbeelding is ........afval.
A
biologisch afbreekbaar
B
niet biologisch afbreekbaar

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afval dat door bacteriën en schimmels kan worden afgebroken, is ..........afval.
A
biologisch afbreekbaar afval
B
niet biologisch afbreekbaar afval
C
Zowel biologisch als niet biologisch afbreekbaar

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groen afval
plastic afval
Klein chemisch Afval
Glas afval
rest afval
Soorten afval

Slide 45 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 voorbeeld van biologisch afbreekbaar afval en 1 voorbeeld van niet-biologisch afbreekbaar afval

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alles duidelijk?
Extra uitleg en oefeningen vind je via deze link naar biologiepagina.

Succes met leren en ....

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Link

Deze slide heeft geen instructies