Hoofdstuk 2 Paragraaf 3

Geluidsgolven
Hoofdstuk 2, paragraaf 3
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Geluidsgolven
Hoofdstuk 2, paragraaf 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog over golven?

Slide 2 - Woordweb

Bereken de trillingstijd van een frequentie van 500 Hz

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn geluidsgolven?
De golven die een muziekinstallatie of je stembanden maken heten geluidsgolven. 

Bij een luidspreken beweegt de conus heen en weer in het ritme van de muziek. Doordat de conus naar voren beweegt wordt de lucht voor de conus samengedrukt.
Wanneer de conus naar achteren beweegt wordt de lucht een beetje verdunt.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Geluidssnelheid van lucht
De verdikkingen van lucht planten zicht voort met een snelheid van 343 m/s. De lucht verplaatst zich dus 343 meter per seconde. 

Slide 6 - Tekstslide

Geluidsgolven
1. Verdunningen --> Dal
2. Verdikkingen --> Top

De lucht beweegt heen en weer, wanneer de geluidsgolf de lucht passeert

Slide 7 - Tekstslide

Golflengte
Afstand (in m) tussen twee verdikkingen van lucht.

Slide 8 - Tekstslide

Geluidssnelheid (v) is afhankelijk van de temperatuur van lucht

Slide 9 - Tekstslide

De golfformule
Golfsnelheid = frequentie x golflengte


v= golfsnelheid in m/s
f =  frequentie in Hz
λ = golflengte in m

Deze formule geld voor alle soorten golven

v = f x λ

Slide 10 - Tekstslide

Als je weet dat de golfsnelheid 10 m/s is, en de golflengte is 10 cm, wat is dan de frequentie?

Slide 11 - Open vraag

Een gitaarsnaar brengt een toon voort van 440 Hz. De golfsnelheid is 563 m/s. Wat is de golflengte?

Slide 12 - Open vraag