In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
5.1 Streven naar geluk
Slide 1 - Tekstslide
Wat is geluk?
Slide 2 - Woordweb
Hoe streef je naar geluk?
Slide 3 - Woordweb
1 Hoe streef je naar geluk?
Lees de tekst over Aristoteles en Epicurus
en duid de ideeën en begrippen aan.
Noem 3 voorwaarden voor geluk volgens Aristoteles.
Noem 3 voorwaarden voor geluk volgens Epicurus.
Wat betekent 'deugdzaam' volgens Aristoteles?
Wat betekent 'leven in het verborgene'?
Waarom is plezier nastreven volgens Epicurus niet hetzelfde als geen maat hebben? Geef een nieuw voorbeeld om dit uit te leggen.
Stel dat je beide filosofen om advies vraagt voor je je ambities in de politiek gaat waarmaken. Wat zou dan het advies zijn van Aristoteles? En van Epicurus?
Slide 4 - Tekstslide
1 Hoe streef je naar geluk?
Stel dat je beide filosofen om advies vraagt voor je je ambities in de politiek gaat waarmaken. Wat zou dan het advies zijn van Aristoteles? En van Epicurus?
Wat net met ongeluk (ziekte, pech...)? Hoe denken beide filosofen daar over denken jullie?
Slide 5 - Tekstslide
2 Is een zinvol leven een gelukkig leven?
Filmpje
Wat zegt Jimmy Fallon over de betekenis van het leven? Geeft hij het grote geheim prijs?
Wat is volgens Fallon de betekenis van ZIJN leven?
Is er een verschil tussen de betekenis van het leven en de betekenis van jouw leven? Leg uit.
Denk je wel eens na over de betekenis van het/jouw leven?
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent het leven voor mij?
Slide 7 - Open vraag
2 Is een zinvol leven een gelukkig leven?
Behoeftetheorie van Maslow oproepen
Waar passen de volgende begrippen?
Ga je ermee akkoord dat eerst de lager liggende behoefte vervuld moet zijn voor je naar een hogere trap kunt? Waarom wel/niet?
Lees de tekst en duid de belangrijke delen aan.
Slide 8 - Tekstslide
2 Is een zinvol leven een gelukkig leven?
Kan het leven zinvol zijn als de behoeften van Maslow niet vervuld zijn?
Stel je moet overleven tijdens de Holocaust in een concentratiekamp...
Lees de tekst en duid de belangrijke delen aan.
Verwerk de oefeningen op p. 135 (voor oef. 4 kan je eventueel extra info zoeken bij de + ideeën)