formatieve toets 4.2: oplosbaarheid van zouten

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

formatieve toets 4.2: oplosbaarheid van zouten

HERHALING 4.1: Wat is de lading van een magnesium-ion? Gebruik je Binas (T99)

1. +1
2. 2+
3. -1
4. 2-

HERHALING 4.1: Wat is de lading van een zink-ion. Gebruik je Binas (T99)

1. 1+
2. 2+
3. 3+
4. 4+

HERHALING 4.1: SO₄^2-   is de formule van een:  

1. sulfide-ion
2. sulfiet-ion
3. sulfaat-ion
4. nitriet-ion

HERHALING 4.1: Welke ladingen kan een ijzerion hebben? (Binas 99)

1. 1+, 2+
2. 2+, 3+
3. 1+, 3+
4. 2+, 4+

HERHALING 4.1: Wat is de naam van CuO ?

1. Koperoxide
2. Koper(I)oxide
3. Koper(II)oxide
4. Koper(III)oxide

HERHALING 4.1: Welke lading heeft een koperion in azuriet?

1. Cu​+​​
2. Cu​2+​​
3. Cu​3+​​
4. Cu is ongeladen

goed

matig

slecht

koper(II)sulfaat

natriumnitraat

calciumcarbonaat

kaliumcarbonaat

magnesiumsulfiet

bariumfluoride

ijzer(III)fosfaat

g = goed

m = matig

s = slecht

dus aq boven de pijl

r betekent reageert dus + H2O voor de pijl

instabiel dus reageert 'met zichzelf'

koper(II)sulfaat

natriumnitraat

calciumcarbonaat

kaliumcarbonaat

magnesiumsulfiet

bariumfluoride

kwik(II)hydroxide (oud)

kwikbishydroxide (nieuw)

ammoniumhydroxide

aluminiumtrisulfiet

bariumoxide

Geef de vergelijking als je ijzerbissulfaat (oude naam = ijzer(III)sulfaat) mengt met water

Geef de vergelijking als je koper(II)fosfaat (oude naam) = koperbisfosfaat mengt met water

Geef de vergelijking als je koper(II)oxide (oud) = koperoxide mengt met water