Naamvallen herhalen: zinsdeel - onderwerp - 1e naamval - wie /wat + gezegde
zinsdeel - meewerkend voorwerp - 3e naamval
je kan er aan of voor voorzetten
zinsdeel - lijdend voorwerp - 4e naamval
wie/wat + onderwerp + gezegde
Zoek dus altijd:
1.het zinsdeel
2.kijk of het woord; mnl.vwl/onz/ mv is
3. vul de juiste vorm in