Examentraining Groene productie

Examentraining 
Groene productie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Examentraining 
Groene productie

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het doel van het sorteren van aardappelen?
A
Scheiden van aardappelen op kleur
B
Verwijderen van te grote aardappelen
C
Sorteren op geografische oorsprong
D
Verwijderen van beschadigde aardappelen en vreemde voorwerpen

Slide 2 - Quizvraag

Sleep het juiste woord naar het goede vak.
timer
0:30
Vegetatieve vermeerdering
Generatieve vermeerderig
stekken
zaaien
scheuren
afleggen
enten

Slide 3 - Sleepvraag

Hieronder staan drie manieren van zaaien Welk plaatje hoort bij welke tekst? 
Breedwerpig zaaien
In rijen zaaien
Zaden leggen 

Slide 4 - Sleepvraag

Zaairegels: 
  1. Hoe groter de zaden, hoe dieper ze gezaaid moeten worden.
  2. Zaai vooral niet te dicht:
    de zaailingen worden dan niet stevig genoeg en daardoor vatbaar voor ziekten.
  3. Druk na het zaaien de grond goed aan en maak die vochtig. Gebruik daarvoor een gieter met broeskop.

Slide 5 - Tekstslide

Temperatuur regelen  
meteen op juiste plaats
Vocht regelen
Voorzaaien 
Vroeg in het jaar 
Na vorstperiode

Slide 6 - Sleepvraag

Zaaimogelijkheden: 
Manier 1: in de volle grond 

Manier 2: in een zaaibak 


Slide 7 - Tekstslide

Zaaien
Agrarische ondernemers produceren gewassen (groente, fruit of siergewassen)
- daarvoor zaaien, poten of planten ze hun gewassen: teeltwerkzaamheden
- zaaien gaat meestal met een machine, maar kan ook met de hand

Slide 8 - Tekstslide

Methodes van zaaien
  • - Het zaad leggen. Dat doe je met grote zaden, zoals zonnebloempitten. Je legt ze meteen op de juiste plek.
  • - Breedwerpig zaaien. Dat doe je met kleine, fijne zaden, zoals gras, die je verdeelt over een oppervlakte. 
  • - Op rijen zaaien. De zaaidiepte is afhankelijk van de zaadgrootte. Dit doe je met granen en zaden.

Slide 9 - Tekstslide

Uien en bloembollen plant je: het puntje van de bol steekt boven de grond uit. Dit doe je met een .......
A
zaaimachine
B
pootmachine
C
plantmachine
D
bietenrooier

Slide 10 - Quizvraag

Poten of planten
Aardappels poten (onder de grond stoppen): pootmachine
Uien of bloembollen planten (puntje boven de grond uit): plantmachine

Slide 11 - Tekstslide

Houtachtige plant
Kruidachtige plant

Slide 12 - Sleepvraag

Wat heeft een plant nodig voor fotosynthese?
Wat maakt een plant bij fotosynthese?

Slide 13 - Sleepvraag

Wat zijn de voordelen van het sorteren van aardappelen?
A
Verlenging van de houdbaarheid en verbetering van kwaliteit
B
Verkleining van de omvang
C
Verhoging van de calorie-inhoud
D
Verhoging van de voedingswaarde

Slide 14 - Quizvraag

Wat is sorteren?
A
Producten oogsten en vervoeren
B
Producten bij elkaar leggen die bij elkaar horen
C
Producten verpakken
D
Producten verwijderen die niet aan de eisen voldoen

Slide 15 - Quizvraag