MAW herhalen

MAW herhalen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

MAW herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernconcepten
Vorming
Binding
Verandering
Verhouding

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorming
verwijst naar het proces van een bepaalde identiteit

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale instituties
Een complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

Voorbeelden van sociale instituties zijn het samenlevingsverband dat wij de familie noemen, het onderwijssysteem of het huwelijk. Ook de taal is een sociale institutie. Sociale instituties dragen bij aan sociale cohesie.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten socialisatoren
  • Primaire socialisatie: informele socialisatie binnen het gezin en de vriendengroep 
  • Secundaire socialisatie: formele socialisatie of school, op het werk of in verenigingen (kerk, sport, etc.)
  • Tertiaire socialisatie: socialisatie door anonieme socialisatoren (media, overheid, etc.)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het cultuur-universalisme 
- legt de nadruk op universele waarden die volgens hen in alle culturen voorkomen.

In alle culturen gaat om dezelfde algemeen-menselijke ‘praktijken’ (kinderen opvoeden, bereiden van voedsel, etc.) 
Cultuur-relativisten 
- zien culturen als unieke fenomenen die wezenlijk van elkaar verschillen.


Verschillende culturen zijn gelijkwaardig in hun diversiteit en er moet ruimte worden gegeven aan elkaars cultuur

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ideologie
Samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden, meestal uitmondend in ideeën over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhoudingen

Samenhang verwijst niet naar verschillende politieke dimensies (binnen een ideologie is er daar tussen niet perse samenhang)

Wel is er bij een ideologie samenhang van standpunten
Bijvoorbeeld t.a.v. de rol vd overheid



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Binding
verwijst naar de relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een gezin of familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de staat

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsvorming
Het tot stand komen van bindingen tussen meer dan twee mensen, doordat ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen ontwikkelen.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paradigma's en socialisatie
   Rationeel-actor paradigma:
kijken naar hoe socialisatie invloed heeft op de manier waarop individuen rationele keuzes maken en hoe ze hun gedrag vormgeven op basis van sociale normen en waarden.


Conflict paradigma:
hoe socialisatieprocessen bijdragen aan het behoud of de verandering van machtsverhoudingen en sociale conflicten binnen de samenleving.


 Functionalisme paradigma:
hoe socialisatie bijdraagt aan het in stand houden van sociale cohesie en het functioneren van sociale instituties.


Sociaal constructivistische paradigma:
 hoe socialisatieprocessen individuen helpen bij het internaliseren en reproduceren van sociale normen, waarden en identiteiten


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten identiteit
  • Persoonlijke identiteit: Wie ben ik?
  • Sociale identeit: Bij welke groep hoor ik?
  • Interne collectieve identiteit: Wie zijn wij?
  • Externe collectieve identiteit: Wie zijn zij?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke socialisatie
Functies:
  • Participatie
  • Voortbestaan
  • Vorming

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Wat identiteit is en hoe het tot stand komt
  • De verschillende aspecten van identiteit 
  • Spanningen rondom identiteit
  • De veranderlijkheid van identiteit
Leerdoelen vorige les

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur is relatief
De nationale cultuur en identiteit is relatief. Dat betekent dat cultuur aan verandering onderhevig is.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdconcept Vorming
Het hoofdconcept Vorming verwijst naar het proces van vewerving van een bepaalde identiteit.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socialisatie
Het kernconcept socialisatie is een belangrijk onderdeel voor alle vier de paradigma's. 
Elk paradigma geeft een andere definitie aan socialisatie. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acculturatie
Het aanleren en verwerven van een andere cultuur of elementen daaruit, dan die waarin iemand is opgegroeid.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verandering
verwijst naar richting en tempo van ontwikkelingen in de samenleving en de (on)mogelijkheden deze te beïnvloeden

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verandering
Kernconcepten:
  • Individualisering
  • Institutionalisering
  • Staatsvorming
  • Democratisering
  • Globalisering
  • Rationalisering



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rationalisering
Leg uit dat er bij de opkomst van online bankieren sprake is van rationalisering. Denk daarbij weer aan:
1) Het concept: welke delen van rationalisering zie je 
2) De context: wat zie je in de bron
3) Toepassen: koppel de bron en het kernconcept rationalisering

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Gevolgen globalisering Nederland
Gevolgen globalisering in Nederland

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming
De institutionalisering van politieke macht tot een staat.

Slide 23 - Tekstslide

Zie pagina 94 in het lesboek van Seneca
Globalisering
We hebben voor- en tegenstanders van globalisering:

Hyperglobalisten

Andersglobalisten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering
Hyperglobalisten wijzen op het groeiperspectief van globalisering en zijn voorstanders
Andersglobalisten vinden dat overproductie en overconsumptie moet worden gestopt en zijn tegenstanders

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering
Globalisering is het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en afhankelijkheden over zeer grote afstanden en over landsgrenzen heen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale ongelijkheid
Er is sprake van wanneer verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden
tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken en een ongelijke waardering en behandeling. Ook rechten en plichten zijn niet gelijk verdeeld.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhouding

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhouding
Verhouding verwijst naar de de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en de manier waarop samenlevingen in sociale zin vormgeven aan deze verschillen. Het verwijst ook naar onderlinge betrekkingen tussen staten.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming
De institutionalisering van politieke macht tot een staat

Dus .. Staatsvorming betekent eigenlijk dat politieke macht wordt vastgelegd in wetgeving, instellingen en personen, waaruit een staat ontstaat.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proces van rationalisering
Het proces van rationalisering houdt in dat traditionele opvattingen en handelswijzen worden vervangen door doelgericht handelen, waarbij de werkelijkheid via theorievorming voorspelbaar en beheersbaar wordt gemaakt. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staatsvorming
De institutionalisering van 
politieke macht tot een staat

  • Wat is institutionalisering dan ook alweer?
    het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels wordt vastgelegd in standaardgedragspatronen, die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rationalisering en paradigma's
Functionalisme-
paradigma
Arbeidsdeling en specialisatie zijn belangrijk voor functiedifferentiatie. Dit leidt tot bevordering van de welvaart maar ook kan leiden tot tekorten.
Conflict-paradigma
Rationalisering leidt tot ongelijke verhoudingen in de samenleving en tot vervreemding. 
Rationele-actor paradigma
Door rationalisering kunnen actoren in toenemende mate het proces beheersen om eigen doelen te bereiken. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Flashcard 11!: Conflict
Conflict is een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen doelen te bereiken.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Democratisering
Democratisering is het proces van verandering van machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degene met minder machts.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individualisering
Het proces waarbij individuen hun zelfstandigheid op verschillende gebieden in de samenleving kunnen vergroten.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Institutionalisering
Voordelen
Nadelen
- Het gedrag van mensen wordt voorspelbaar, wat leidt tot meer vrijheid. 
- Het kan zin geven aan het handelen van mensen. 
- Institutionalisering leidt tot het ontstaan van bindingen, bijvoorbeeld in organisaties.
- Er wordt vaak gehandeld vanuit regels, in plaats vanuit de mens.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerking
Samenwerking is het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.

Slide 38 - Tekstslide

pagina 46
Politieke macht
  • Vermogen om politieke besluitvorming te beïnvloeden
  • Gebaseerd op formele macht (afgesproken en vastgelegd)
  • Officiele machtsverhoudingen en verdelingen zijn wettelijk geregeld
  • Overheid heeft legitieme macht over geweldsuitoefening

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezag
Gezag is macht die als legitiem wordt beschouwd.
(Erkenning van macht)

Slide 40 - Tekstslide

pagina 42