Multiple Sclerosis

Multiple Sclerosis
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Multiple Sclerosis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inhoud 
  •  Wat is Multiple Sclerosis
  •  Symptomen
  • Diagnose
  • Vormen
  • Behandeling
  • Gevolgen 
  • wat doen als VZ/ VPK
  • Mijn kennis en visie 
  • einde 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is Multiple Sclerosis 
  • Centrale zenuwstelsel 
  • Het afweersysteem 
  • Zenuwen 
  • klachten

Slide 3 - Tekstslide

MS is een aandoening aan de hersenen en het ruggenmerg. waarbij erop verschillende plekken in de hersenen ontstekingen ontstaan. 

de ontstekingen zorgen ervoor dat de hersengebieden minder goed met elkaar kunnen communiceren. 

hierdoor kunnen de hersenen sommige functies niet meer goed uitvoeren. je kunt daardoor allerlei klachten krijgen. 

de ontstekingen ontstaan omdat het beschermlaagje de Myeline dat om de zenuwuitlopers zit kapotgaat. De zenuwuitloper is een spriet dat elektrische seintjes naar andere delen in de hersenen stuurt. 

bij MS valt je eigen afweersysteem de myeline cellen aan. we kunnen weten niet goed waarom dit gebeurd maar onderzoekers denken dat het afweersysteem bij mensen met MS gevoeliger is. daardoor reageert het systeem te snel en te heftig waardoor de myeline kapotgaat. 

Wat is MS
A
sterven de zenuwen af
B
zenuwcellen sterven af die spieren aansturen.
C
chronische ziekte van centrale zenuwstelsel

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

symptomen
  • afhankelijk waarin het centrale zenuwstelsel 
  • klachten:
  • klachten  bij bewegen
  • sensibiliteitsstoornissen
  • coördinatieklachten 
  • vanuit de hersenstam  
  • problemen met gezichtsvermogen 
  • blaasklachten 
  • seksuele problemen 
  • darmproblemen 
  • vermoeidheid 
  • cognitieve problemen 
  • psychologische klachten  

Slide 5 - Tekstslide

klachten bij bewegen
- je kunt kracht verliezen of last krigjen van spacititeit, krampen of stijfheid. 

sensibiliteitsstoornissen 
- het kan zijn dat je last krijgt van tintelingen, prikkelingen, doofheid, pijn, koude voet of handen of spierpijn. 

coordinatieklachten 
- je hebt last van spraakstoornis, duizeligheid, draaierigheid en tremors. 

klachten vanuit de hersenstam
- hierbij heb je klachten aan zenuwpijn, een gevoelsstoornis in het gezicht of dubbelzien. 

problemen met gezichtsvermogen
-last krijgen van zenuwontstekingen in één of beide ogen. 

blaasklachten
- meer aandrang om te urineren, er kan urine achterblijven in de blaas of je kunt last hebben van incontinentie. 

seksuele problemen
- je libido kan lager zijn, waardoor je minder of geen zin hebt in geslachtsgemeenschap. ook kun je last hebben van impotentie of genitale pijn. 

darmproblemen
- kan je moeilijker naar het toilet. kan er sprake zijn van obstipatie. ook kun je last krijgen van diarree. 

vermoeidheid 
- je bent snel vermoeid. ook in rust kun je last van vermoeidheid hebben. 

cognitieve problemen
- je kan je minder goed concentreren. hierdoor onthoudt je slechter recente zaken. 

psychologische klachten
- je kunt last krijgen van stress, depressie, angsten. 



verschillen de vormen 
  • relapsing remitting --> RRMS
  • secundair progressief --> SPMS
  • primair progressief --> PPMS

Slide 6 - Tekstslide

je hebt verschillende vormen MS
 RRMS 
- komt het vaakst voor. hierbij heb je last van aanvallen met klachten. zo'n aanval heet ook wel een schub of relapse. tussen de aanvallen door is het mogelijk dat je er bijna geen last van hebt, al ervaren sommige mensen met MS ook dat ze toch langzaam klachten krijgen tussen de aanvallen in. 

SPMS 
- je hebt dan meestal minder last van aanvallen. Maar door eerdere aanvallen zijn sommige functies wel blijvend beschadigd. die functies gaan in deze fase vaak sneller achteruit. Bij sommige mensen begint deze fase al een paar jaar na de eerste klachten. bij ander duurt dit 20 jaar of meer en bij sommige breekt deze fase helemaal niet door. 

PPMS
- heb je bijna geen aanvallen, maar worden de klachten toch langzaam steeds erger. deze vorm komt maar weinig voor zo'n 5% komt PPMS voor. 


welk cellen worden door het afweersysteem aangevallen
A
myeline
B
dopamine

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

diagnose 
  • Combinatie van klachten
  • Neurologisch onderzoek 
  • aanvullend onderzoek 

Slide 8 - Tekstslide

Nadat de ziekte begint kan het soms lang duren voordat je de diagnose MS hebt. de klachten beginnen namelijk vaak heel langzaam en je gaat niet altijd direct naar de HA. Soms heb je er last van en dan jarenlang niet.

de eerste klachten 
bij de klachten ga je als eerste naar de HA. Die kan niet vaststellen of je MS hebt. daar is dus meer onderzoek bij nodig. je klachten kunnen namelijk ook andere oorzaken hebben. bijvoorbeeld wazig zien kan door MS komen maar kan ook een probleem aan je ogen zijn. Tintelingen aan je handen horen bij MS, maar ook bij een zenuw die vast zit of een doof gevoelig in je handen of voeten. 

naar de neuroloog
De verdere onderzoeken worden bij de neuroloog gedaan. Die kan de diagnose stellen door de symptomen verder te onderzoeken en door te kijken naar een MRI-scan. Op de MRI-scan is zichtbaar of er littekens van oude of nieuwe ontstekingen in de hersenen of het ruggenmerg te zien zijn. 

om de diagnose te stellen moeten er minstens 2 plekken in de hersenen of het ruggenmerg ontstekingen of littekens zin. 
Ook moeten die ontstekingen er op verschillende momenten zijn geweest.

dus voor het stellen van de diagnose MS geldt:
- op meer dan 1 plek in het zenuwstelsel zijn afwijkingen, vastgesteld, door lichamelijke onderzoek zoals dubbelzien, dove plekken krachtverlies. 

- de afwijkingen moeten op verschillende tijdstippen zijn ontstaan. 

- Er is geen andere diagnose mogelijk voor de klachten. 

 
welke MS komt 5% voor
A
PPMS
B
RRMS
C
SPMS

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

behandeling 
  • niet te genezen 
  • medicatie 
  • stamceltransplantatie
  • fysiotherapeut
  • ergotherapeut
  • logopedie 
  • klinische psycholoog en- Neuropsycholoog   

Slide 10 - Tekstslide

Van MS kun je niet genezen. De behandelingen kunnen ervoor zorgen om zo min mogelijk last van de ziekte te hebben. 

medicijnen
medicijnen die als doel hebben om de ziekte te remmen beinvloeden vaak het afweersysteem waardoor er minder ontstekingen ontstaan. 

medicijnen die als eerst worden voorgeschreven noemen we eerstelijnsmedicatie: interferon, glatirameeracetaat en dimenthyflumaraat. 
Als je veel aanvalle nhebt of snel achteruitgaat, kan het zijn dat je tweedelijnsmedicatie krijgt: natalizumab of ocrelizumab. 

omdat de klachten per persoon verschillen zijn er ook verschillende behandelingen mogelijk. 
- fysiotherapie: voor problemen met de evenwicht en bewegen. 
- ergotherapie: om dagelijkse dingen beter te kunnen doen. 
- logopedie: om beter te kunnen praten en slikken.
- klinisch psycholoog: om mogelijke depressie te behandelen. 
- neuropsycholoog: om problemen met concentratie en geheugen aan te pakken.

stamceltherapie 
het oude afweersysteem wordt eerst gewist met vorm van chemotherapie en daarna worden lichaamseigen stamcellen toegediend die een nieuw afweersysteem gaan vormen. Na een transplantatie kan MS minder verlopen of soms zelfs stoppen. 

In december 2022 wordt bij een kleine groep mensen met MS dit vergoedt. het gaat om de mensen met een agressieve vorm van RRMS die niet goed reageren op bestaande medicijnen. 

Gevolgen 
  • Iets begrijpen 
  • Jezelf verplaatsen 
  • Jezelf verzorgen 
  • Omgaan met anderen 
  • Dagelijkse activiteiten 
  • Meedoen aan de wereld 

Slide 11 - Tekstslide

gevolgen 
afhankelijk van de klachten kan MS verschillende gevolgen hebben: 
- iets begrijpen:  de meeste mensen met MS zijn vaak erg moe. Dat kan het lastig maken om dingen goed te begrijpen en je te concentreren. daarnaast kun je last hebben van problemen met het geheugen en aandacht. Die problemen maken het ook moeilijker om dingen te begrijpen  in het dagelijkse leven. 

- jezelf verplaatsen: stijve en zwakke spieren horen ook bij MS. Dat gebeurd vooral bij beenspieren. Mensen krijgen daardoor moeite met lopen en fietsen en hebben soms pijn. Door de problemen met bewegen moet je soms gebruik maken van een stok, rollator of rolstoel. 

jezelf verzorgen: als je MS hebt ben je dus vaak moe. ook kun je moeite hebben met bewegen. het kan moeilijk zijn om goed voor jezelf te zorgen. verder kun je last krijgen van problemen bij het urineren en de ontlasting. die problemen kunnen soms tot ongelukjes leiden.

omgaan met anderen: dingen kosten veel meer moeite, dus zeggen mensen met MS vaker iets af. een verjaardag bezoeken kan al heel veel energie kosten. Sommige mensen zien hier tegenop, dat je steeds minder met andere mensen omgaat. dat kan leiden tot eenzaamheid en somberheid. 

dagelijkse activiteiten: Ook de dagelijkse dingen kunnen veel moeite kosten als je MS hebt. Omdat je er moe van wordt, maar ook omdat je bepaalde klachten hebt. het huishouden doen is moeilijk als je niet goed ziet of problemen hebt met bewegen. 

meedoen aan de wereld: mensen met MS kunnen vaak dingen blijven doen die ze daarvoor ook al deden. maar het betekent meestal wel dat je ervan tevoren iets meer over na moet denken of je het wel of niet gaat doen.
Wat doen als VPK
  • begeleiding, ondersteuning 
  • stimuleren oefentherapie 
  • signaleren, controleren
  • medicatie en katheteriseren
  • laat de zorgvrager uitspreken, heb geduld.  

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat voor zorg geven jullie?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

kennis en visie 
  • ondersteuning bieden waar mogelijk. 
  • stimuleren in het wel kunnen. 
visie 
  • zoveel mogelijk zelf laten doen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

welke disciplines zijn er werkzaam in de revalidatie?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies