les 4 2KGT H2 Wir- Duits C/D

Aufwärmen / warming up / opkikkertje
Spreekoefening: Oefen de zin hardop te zeggen!

Fischers Fritz fischt frische Fische.






timer
3:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Aufwärmen / warming up / opkikkertje
Spreekoefening: Oefen de zin hardop te zeggen!

Fischers Fritz fischt frische Fische.






timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

F sprechen und hören
Kapitel (Hoofdstuk) 2 "wir" les 4
eerst samen lezen en daarna "sprechen und zuhören"
blz. 41

Slide 2 - Tekstslide

begrijpend lezen - 
Je kunt lezen en luisteren van Duitse teksten en begrijpt deze deels.
Je kunt zelfstandig een grammatica onderdeel ontdekken.


luistertoets voor een cijfer op 16-11 je kunt hiervoor bijna niet oefenen
samen blz. 41 lezen


zie sheet 5
Deutsch - H2 Les 4
07-11-2023

Is het gelukt de grammatica regel te ontdekken?

zie SOM

Slide 3 - Tekstslide

Open je boek op blz. 48
(K2 F sprechen)
Ü 31, 32, 33 samen lezen





Slide 4 - Tekstslide

AAN DE SLAG
(K2 D lesen) lb blz. 48
Maak met een partner samen Ü 34
Nakijken en laten zien






timer
20:00

Slide 5 - Tekstslide

Evaluatie
Huiswerk voor 16-11-2023 (SO luisteren)
Lees:
(K2 E grammatica) lb blz. 42/43
Maak Übung 19, 20, 20, 21
huiswerk: lb blz. 61 Leer de grammatica en herhaal de uitspraak van getallen en letters

Slide 6 - Tekstslide

Volgende les:


SO luisteren + herhaling grammatica (onderdeel E)


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Lesopbouw en Lesdoel
  • Lesprogramma op het bord/scherm
  • Lesdoel bespreken
  • Opdrachten maken klassikaal of individueel
  • Nakijken/bespreken gemaakt werk
  • Evaluatie van de les
  • Kleine pauze tijdens blokuur (timer)
Oma (Großmutter)
Tante
Mutter
Vater
Opa (Großvater)
Onkel
Sohn
Tochter
Enkel (m)
Enkelin (v)
Enkel (mv)

  • die - de oma
  • die - de tante
  • die - de moeder
  • der - de vader
  • der - de opa
  • der - de oom
  • der - de zoon
  • die - de dochter
  • der - het kleinkind
  • die - het kleinkind
  • die - de kleinkinderen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide