In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Wat of wie herdenken wij op 4 mei?
A
Alle oorlogsslachtoffers
B
Het begin van de Tweede Wereldoorlog
C
Het einde van de Tweede Wereldoorlog
Slide 1 - Quizvraag
Met de inval in welk land begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland
Slide 2 - Quizvraag
De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945
Slide 3 - Quizvraag
Met welk land sloot Hitler voor de Tweede Wereldoorlog een bondgenootschap?
A
Turkije
B
Oostenrijk
C
Italië
D
Sudetenland
Slide 4 - Quizvraag
Hitler viel............aan, daarmee begon de Tweede Wereldoorlog.
A
Tsjechië
B
Oostenrijk
C
Polen
D
Nederland
Slide 5 - Quizvraag
Aanleiding Tweede Wereldoorlog in Europa.
A
Anschluss
B
Bezetting Sudetenland
C
Aanval op Tsjechië
D
Aanval op Polen
Slide 6 - Quizvraag
De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op .....................
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1944
Slide 7 - Quizvraag
Waar staat de naam D-Day voor?
A
Decision-Day
B
Decisive-Day
C
Difficult-Day
D
Dark-Day
Slide 8 - Quizvraag
Waar staat het begrip 'D-day' voor en wat gebeurde er op deze dag?
A
D-day = Division-day. Legers werden gevormd
B
D-day = Demolishion-day. Rotterdam werd gebombardeerd
C
D-day = Decision-day. de geallieerden komen aan bij de kust van Normandië.
D
D-day = Direction-day. Op deze dag kreeg de oorlog een nieuwe wending.
Slide 9 - Quizvraag
Hoe wordt de overname van Oostenrijk genoemd?
A
Anschluss
B
Conferentie van Munchen
C
Oorlog
D
D-Day
Slide 10 - Quizvraag
D-Day
A
De beslissende dag in WO2
B
Dodenherdenking
C
Bevrijdingsdag
D
De overgaven van Duitsland
Slide 11 - Quizvraag
Wie leidde Nederland tijdens de bezetting als Rijkscommissaris?
A
Mussert
B
Seys - Inquart
C
Hitler
D
Koningin Wilhelmina
Slide 12 - Quizvraag
Wie was de Nederlandse koningin tijdens de oorlog en waar verbleef zij tijdens de bezetting?
A
Koningin Wilhelmina; ze verbleef in Londen
B
Koningin Juliana; ze verbleef in Parijs
C
Koningin Wilhelmina; ze verbleef in Parijs
D
Koningin Juliana; ze verbleef in Londen
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heette de partij van Hitler?
A
NSB
B
SDAP
C
NSDAP
D
Fascistische partij
Slide 14 - Quizvraag
Wie was de leider van de NSB?
A
Hitler
B
Eichman
C
Mussert
D
Goebbels
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de Holocaust?
A
Feestdag
B
Herdenkingsdag
C
Jodenvervolging
D
politieke partij
Slide 16 - Quizvraag
Hoe noemen we de haat tegen Joden?
A
discriminatie
B
holocaust
C
antisemitisme
D
racisme
Slide 17 - Quizvraag
Hoe wordt de vernietiging van Joden genoemd?
A
Vernietiging Joden
B
Joden doden
C
Holocaust
D
Massamoorden
Slide 18 - Quizvraag
Naast de holocaust zijn er ook andere volkenmoorden geweest. Wat maakt de holocaust extra bizar ten opzichte van andere volkenmoorden?
A
Het is Europa gebeurd
B
De Nazi's hebben alles tot in de puntjes geregeld en bedacht
C
Het is de grootste volkenmoord ooit
D
Gewone burger hebben meegeholpen
Slide 19 - Quizvraag
Wat werd er gedaan tijdens de holocaust?
A
Joden werden vermoord in gaskamers
B
Er werden concentratiekampen gebouwd waar veel Joden werden vermoord
C
In november 1938 werd geweld gepleegd tegen de Joden
D
6 miljoen Joden werden vermoord
Slide 20 - Quizvraag
Anne Frank werd geboren in
A
Nederland
B
Oostenrijk
C
Duitsland
Slide 21 - Quizvraag
Anne Frank woont in Nederland in
A
Amesfoort
B
Arnhem
C
Amsterdam
Slide 22 - Quizvraag
Anne Frank heeft
A
1 zus
B
2 zussen
C
1 broer en 1 zus
Slide 23 - Quizvraag
Hoe heette de vader van Anne Frank
A
Johan
B
Olaf
C
Otto
D
Joris
Slide 24 - Quizvraag
Wie van de familie overleefde de oorlog?
A
Anne Frank
B
Haar zus
C
Haar moeder
D
Haar vader
Slide 25 - Quizvraag
Waarom moest Anne Frank onderduiken/vluchten?
A
Ze was een dief
B
Ze was Joods
C
Haar huis werd verkocht
Slide 26 - Quizvraag
Wat voor een soort bron is het Dagboek van Anne Frank?
A
Een afbeelding
B
Een tekstbron
C
Een thematische bron
D
Een mening
Slide 27 - Quizvraag
Het 'achterhuis' is…
1 de titel van een boek, dat het dagboek van Anne Frank bevat. 2 de plek waar veel joden werden opgevangen, voor ze naar Polen gedeporteerd werden. 3 een huis in Amsterdam, dat achter het kantoor van Otto Frank zat