Feiten, meningen en argumenten

Feit, Mening
&
Argument



Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen.


1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Feit, Mening
&
Argument



Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen.


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Feiten, meningen en argumenten onderscheiden in een tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Samengevat
Feiten: een feit kun je controleren.

Meningen: een mening is wat iemand van iets vindt.

Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt.

Slide 3 - Tekstslide

Even testen...
Hierna zie je een aantal uitspraken. Doe mee en test of je het verschil nog weet!

Slide 4 - Tekstslide

Feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 5 - Quizvraag

Feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 6 - Quizvraag

Feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat dit een heel mooi boek is.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quizvraag

Feit, mening of argument?

Volgens mij zijn de meeste mensen erg bang.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 8 - Quizvraag

Feit, mening of argument?

Het overgangsregelement zegt dat je met vijf tekortpunten niet overgaat.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quizvraag

Feit, mening of argument?

Want geur geeft sommige deodorants net iets extra's.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quizvraag

Feit, mening of argument?

Een door irritatie beschadigde huid kan leiden tot eczeem.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quizvraag

Feit, mening of argument?

Ik zou liever op vakantie gaan naar IJsland dan naar Spanje.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quizvraag

Feit, mening of argument?

Onze docent roept: "Jullie kunnen veel harder werken!"
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quizvraag

Bedenk nu zelf een zin met een feit.

Slide 14 - Open vraag

Bedenk nu zelf een zin met een mening.

Slide 15 - Open vraag

Bedenk nu zelf een zin met een argument.

Slide 16 - Open vraag

Kan ik onderscheid maken tussen, feiten, meningen en argumenten?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Opdracht
Maken en nakijken par. 4 blz 26-27-28
Opdracht 1,2,4

Slide 18 - Tekstslide