Chapitre 6, Bron A

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

V2, Chapitre 6, Bron A

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les... 

•  ... kan ik een gesprek over de weg wijzen begrijpen. 
• ... ken ik woorden die te maken hebben met vervoer en de weg wijzen. 
• ... weet ik hoe ik woorden kan leren met gebaren.

Activités en cours

• Vocabulaire A
• Exercice 4: vocabulaire
• Exercice 5: écouter et lire
• Exercice 6: vocabulaire 
• Exercice 7: traduire / écrire
• Exercice 8: tuyau

Traduis F-N:
loin

1. de weg
2. ver
3. leeuw
4. afstand

Traduis F-N:
la gare

1. het station
2. het tuintje
3. het poortje
4. het vliegveld

Traduis F-N:
facile

Traduis F-N:
là-bas

Traduis F-N:
C'est tout droit.

Traduis N-F:
met de trein

1. le train
2. la train
3. de train
4. en train

Traduis N-F:
voor niets

1. de rien
2. en rien
3. pour rien
4. à rien

Traduis N-F:
met de auto

Traduis N-F:
Nee, het is 15 minuten lopen.

Traduis N-F:
Dan gaan wij met de bus.

Activités en cours

• Exercice 4: vocabulaire
  
• Exercice 5: écouter et lire
• Exercice 6: vocabulaire 
• Exercice 7: traduire / écrire
• Exercice 8: tuyau

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les... 

•  ... kan ik een gesprek over de weg wijzen begrijpen. 
• ... ken ik woorden die te maken hebben met vervoer en de weg wijzen. 
• ... weet ik hoe ik woorden kan leren met gebaren.