In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Burgers en stoommachines
De Industriële revolutie
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Industriële Revolutie begon
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Leervragen
1. Ik kan uitleggen wat het belang van de stoommachine is tijdens de industriële revolutie
2. Ik kan een relatie leggen tussen het modern imperialisme en grondstoffen en afzetmarkten
3. Ik kan uitleggen wat een transportrevolutie is
Slide 6 - Tekstslide
Van handwerk/ thuis naar machine/ fabriek
Hoe werd Engeland tussen 1750 en 1850 een Industriële samenleving ?
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Industriële Revolutie
De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie
Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland
Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny en de stoommachine
Slide 9 - Tekstslide
Spinning Jenny
1764
Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen
Slide 10 - Tekstslide
Stoommachine
rond 1764
De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.
Slide 11 - Tekstslide
van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie
Slide 12 - Tekstslide
Gevolgen uitvinding stoommachine
Overstap op machinekracht
Meer voedsel beschikbaar door nieuwe landbouwmachines (zorgt ook voor werkeloosheid op het platteland!)
Meer voedsel zorgde ook voor bevolkingsgroei
Werkloosheid op platteland + opkomst fabrieken in steden = Heel veel mensen verhuizen naar de steden voor werk
Slide 13 - Tekstslide
Modern imperialisme
Slide 14 - Tekstslide
Welk wereldrijk?
Slide 15 - Tekstslide
Waarom is de industriële revolutie in England ontstaan (rond 1750)
Er is voldoende geld aanwezig voor ontwikkeling (wereldhandel, kolonies)
Er zijn voldoende grondstoffen aanwezig (ijzererts + steenkool)
Bevolkingsgroei waardoor er veel arbeiders beschikbaar zijn (dankzij de werkloosheid op het platteland)
Slide 16 - Tekstslide
Afrika rond 1700
Afrika rond 1900
Slide 17 - Tekstslide
Modern imperialisme =
Periode van ongeveer 1850 tot 1920, waarin Europese landen bestaande kolonies uitbreidden of nieuwe veroverden vooral in Azië en Afrika.
Er ontstond een strijd om de beste koloniën.
Alle Europese landen wilden zo snel mogelijk zo veel mogelijk land onder hun invloed krijgen, voor macht, grondstoffen en als afzetgebied.
Slide 18 - Tekstslide
Modern Imperialisme
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Aantekeningen
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Nederland industrialiseert
Eerste fabriek pas in 1830
Eerste spoorlijn 1839
Vanaf 1860 pas veel investeringen (transportrevolutie)
Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie
Geen geschikte grondstoffen voor industrie in NL
Op de afbeelding: papier maken rond 1800 en rond 1870
Slide 23 - Tekstslide
Spoorlijnen 1860
Kanalen 1860
Slide 24 - Tekstslide
Wat is geen oorzaak voor het modern imperialisme?
A
Koloniën zijn ideaal als afzetgebied
B
Het hebben van een imperium geeft macht en aanzien.
C
De inheemse bevolking wilde graag onderdeel zijn van een Europees land.
D
Door de industriële revolutie was er een technologische voorsprong.
Slide 25 - Quizvraag
Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azie
D
Veel handelen met kolonies
Slide 26 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 27 - Quizvraag
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 28 - Quizvraag
Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten
Slide 29 - Quizvraag
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 30 - Quizvraag
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?