Gezondheidsleer gynaecologie (genitaliën/soa's/anticonceptie)

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke leeftijd heeft de helft van de jongeren seks gehad?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van hormonen?

Slide 8 - Open vraag

Hormonen zijn lichaamseigen stoffen die organen en weefsels kunnen stimuleren, en ook afremmen (FSH - stimuleert follikelgroei)
In geneesmiddelen worden hormonen gebruikt, denk aan FHS bij verminderde vruchtbaarheid, insuline bij diabetes, schildkliermiddelen, maar ook anticonceptie met hormonen ter preventie 
Periodieke onthouding - Onbetrouwbaar- Ovulatie




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatiecyclus

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de functie van de menstruatie?
Ovulatie = eisprong

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anticonceptiemethoden

Slide 13 - Tekstslide

Terugkoppeling vorige les - soa's. Wat hebben we besproken? Wat weten we nu? Hoe kun je een soa voorkomen? 
Zorg ervoor dat de leerlingen bij het condoomgebruik uitkomen. 

Het gebruik van condooms voorkomt soa's en ongewenste zwangerschappen.
Waar houd je rekening mee als je een condoom omdoet? 
 Je moet de bovenkant goed dichtknijpen als je de condoom omdoet. Dit zorgt ervoor dat er geen lucht tussenin komt te zitten en zo sluit de condoom goed aan rondom de penis. 

Dit is een anticonceptiemiddel. 
Welke hebben we nog meer?

Soorten anticonceptie

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat herken jij?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De anticonceptiepil
Bevat hormonen (oestrogeen en progesteron) die ervoor zorgen dat er geen eiersprong plaatsvindt.

Progesteron: komt geen eitje vrij. 
Oestrogeen: zorgt er bij vrouwen voor dat slijm zich in de baarmoeder opbouwt.

Slide 16 - Tekstslide

Progesteron: zorgt er bij vrouwen voor dat er geen eitje vrijkomt. Als dit toch gebeurt, kan het eitje zich niet nestelen in de baarmoeder. Verder zorgt het ervoor dat de zaadcellen het eitje niet bereiken

oestrogeen: zorgt er bij vrouwen voor dat het slijm in de baarmoeder zich opbouwt. Als je anticonceptie gebruikt en een stopweek hebt, verlies je dit slijm. Dit lijkt op een natuurlijke menstruatie maar is eigenlijk een opgewekte bloeding. 


Koper spiraaltje
Koper: doden zaadcellen

Hormoon: eicel kan zich niet nestelen

Slide 17 - Tekstslide

De spiraal. Hier heb je twee soorten van:
koper: zorgt ervoor dat de eicellen worden gedood

Hormoon: zorgt ervoor dat het eicel zich niet kan innestelen. Deze kan pijnlijk zijn bij het zetten bij vooral jonge vrouwen die nog geen kinderen hebben gehad. Dit heeft ermee te maken dat na de bevalling, de baarmoeder al iets is verwijd waardoor de pijn minder is bij het zetten.
Hormoon spiraaltje

Kleine hoeveelheid progestageen: 

Verdikking baarmoederslijmvlies
Eicel kan niet innestelen in de baarmoeder.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De prikpil
Injectie die het hormoon bevat 
Werking is 12 weken

Vruchtbaarheid kan later op gang komen
 

Slide 19 - Tekstslide

Ht hormoon zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. Een injectie beschermt je tot 12 weken. ( om de drie maanden moet je deze laten zetten)
De Nuvaring
Buigzame ring die je zelf in de vagina inbrengt. 

Geeft dagelijks beetje hormonen af tegen zwangerschap

Uithalen voor een stopweek en na de stopweek weer gebruiken.

Slide 20 - Tekstslide

De anticonceptie-ring is en buigzame ring die je zelf in de vagina inbrengt. Bij goed gebruik is de ring even betrouwbaar als de pil.

De ring geeft dagelijks een beetje hormonen af die ervoor zorgen dat je een maand lang beschermd bent tegen een zwangerschap

Aanbrengen tot aan de baarmoedermond. Je moet de ring eruit halen voor een stopweek in te lassen en na de stopweek moet je hem weer opnieuw inbrengen.
Implanon
Anticonceptiestaafje met werking van 5 jaar

Zo groot als een lucifer

Geeft een hormoon af

Slide 21 - Tekstslide

Het anticonceptiestaafje voorkomt een zwangerschap. Het is een staafje in je bovenarm die ongeveer zo groot is als een lucifer. Het staafje is even betrouwbaar als de pil
Elke dag geeft het staafje een klein beetje hormonen aan je lichaam af. Voldoende om je tegen een ongewenste zwangerschap te beschermen. Het staafje kan drie jaar in je bovenarm blijven zitten. Je bent deze drie jaar ook beschermd tegen zwangerschappen.
Samenvatting

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen in anticonceptiemiddelen zijn schadelijk voor je gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Anticonceptiemiddelen bevatten hormonen die je lichaam ook zelf aanmaakt. Wel moet je lichaam zo'n 3 maanden wennen aan hormonen uit anticonceptie. Je kunt dan last hebben van klachten als misselijkheid en hoofdpijn. Je loopt iets meer risico op bepaalde ziekten als je hormonen gebruikt, dit risico is heel klein en de hormonen kunnen je ook beschermen tegen andere ziekten.
Tot je 21ste jaar zijn anticonceptiemiddelen als de pil voor iedereen gratis
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 24 - Quizvraag

Het hangt van je leeftijd en verzekering af. Tot 21 jaar zit anticonceptie in het basispakket en hoef je voor de meeste middelen niet zelf te betalen. Vanaf je 18e betaal je wel een 'eigen risico'. Dit betekent dat je eerst een bedrag zelf moet betalen voordat je vergoeding krijgt van de verzekering. Ben je 21, dan betaalt de verzekering alleen voor jouw anticonceptie als je daarvoor 'aanvullend bent verzekerd'. Dit betekent dat je een uitgebreidere verzekering hebt gekozen, waarvoor je maandelijks meer betaalt.
Tot je 18e heb je toestemming van je ouders nodig om anticonceptie te gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Vanaf 16 jaar mag je zelf beslissen of en welke anticonceptie je gebruikt. Ben je jonger dan 16, dan is altijd toestemming nodig van je ouders. Wanneer dit echt niet mogelijk is, kan de huisarts jou anticonceptie voorschrijven zonder hun toestemming.
Vrouwelijke ziektebeelden
betreft genitaliën

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies