HAVO Test je kennis - maat p4 - pluriforme 1-3

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesstof herhalen Pluriforme samenleving

4.1 Wat is een pluriforme samenleving?

4.2 Worden wie je bent

4.3 Hokjesdenken

Braindump

Kort even langs de korte samenvatting van de paragraaf

Daarna in  3min alles noteren wat je er nog van weet of denkt te weten (goed/fout maakt niet uit).

Lange termijn geheugen activeren

Braindump:
Noteer alles wat je nog weten over
pluriforme samenleving (tot nu toe)

10 MC vragen over de lesstof

De dominante cultuur is:

1. De cultuur van een kleine groep mensen
2. De cultuur waarin één iemand de baas (dus dominant) is.
3. De cultuur die de meeste mensen in een land hebben.
4. De normen waarden en gewoonten van een groep mensen

Een subcultuur is:

1. De cultuur van een kleine groep mensen
2. De cultuur die de meeste mensen in een samenleving hebben.
3. Een cultuur van mensen die graag naar de Subway gaan
4. De normen waarden en gewoonten van een groep mensen

In Nederland hoort Sinterklaas vieren bij een subcultuur

1. Waar
2. Niet waar

Moslims vormen in Nederland de dominante cultuur

1. Waar
2. Niet waar

De beste omschrijving van socialisatie is dat mensen

1. Waarden en normen krijgen overgedragen
2. Sancties leren waarderen
3. Subculturen leren kennen
4. Kenmerken van de dominante cultuur leren kennen

Internalisatie is

1. Als je weigert andere normen en waarden te leren en gebruiken
2. Als je een persoonlijke identiteit ontwikkelt
3. Als je je vooral inzet op individualisme
4. Als je je gedraagt zoals men van je verwacht

Een vooroordeel is:

1. een oordeel over één van je vrienden
2. een oordeel van de rechtbank na een strafbaar feit
3. een oordeel van je ouders over je vrienden
4. een oordeel over iemand zonder dat je die persoon echt kent

als je een vooroordeel hebt over een hele groep mensen noem je dat:

1. een vooroordeel
2. een stereotype
3. tolerant zijn
4. discriminatie

We spreken van discriminatie als:

1. mensen gelijk worden behandeld
2. mensen een baan niet krijgen omdat ze niet geschikt zijn
3. mensen in dezelfde situatie anders worden behandeld
4. als mensen in dezelfde situatie gelijk worden behandeld.

als je tolerant bent dan:

1. Vind je het prima als mensen andere normen en waarden hebben dan jij
2. Vind je het lastig als mensen andere normen en waarden hebben dan jij
3. Ga je graag mee in de normen en waarden van een ander
4. Maak je ruzie als iemand het niet met je eens is