ch 2 cours 5 11 12 (V3B)

Bonjour classe V3B
Je vous souhaite la bienvenue
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bonjour classe V3B
Je vous souhaite la bienvenue

Slide 1 - Tekstslide

Devoirs
Apprendre: bloc C - phrases clés (schrijvend leren)!

Apprendre: bloc D (à + de) - pages 68, 69, 89
Faire exercices: 15 A, C, D, 16 A, C, E



Slide 2 - Tekstslide

Programme
- révison à + article et de + article
- Bloc E
- Début bloc F






Slide 3 - Tekstslide

Buts
- ik kan de voorzetsels à en de + lidwoord gebruiken
- ik kan iemand uitnodigen om iets te gaan doen
- ik kan vormen van aller en faire gebruiken

Slide 4 - Tekstslide

Liste
- uitslapen
- winkelen
- naar het museum gaan
- naar de bioscoop gaan
- gitaar spelen
- sporten
- lezen
- muziek luisteren
des activités
- faire la grasse matinée 
- faire les magasins
- aller au musée
- aller au cinéma
- jouer de la guitare
- faire du sport
- lire
- écouter de la musique

Slide 5 - Tekstslide

Tu aimes (..........) en vacances?
J'adore (.............) les courses
faire ou aller

Slide 6 - Open vraag

Je ...........du fitness
Vous ............. les magasins?
Ils ............la grasse matinée
Nous ................. la vaisselle

Slide 7 - Open vraag

Tu ............... au cinéma
Elle .............. au restaurant
Nous ............ au match de foot
Ils .............. à l'école

Slide 8 - Open vraag

des activités
- faire la grasse matinée
- faire les magasins
- aller au musée
- aller au cinéma
- jouer de la guitare
- faire du sport
- lire
- écouter de la musique
Fais des phrases
- je 
- vous
- ils
- vous
- tu
- nous
- elle
- on

Slide 9 - Tekstslide

des activités
- faire la grasse matinée
- faire les magasins
- aller au musée
- aller au cinéma
- jouer de la guitare
- faire du sport
- lire
- écouter de la musique
Fais des phrases
- je      fais la grasse matinée
- vous faites les magasins
- ils      vont au cinéma
- vous  allez au ciné,a
- tu        joues de la guitare
- nous  faisons de la guitare
- elle     lit
- on       écoute de la musique

Slide 10 - Tekstslide

exercice
1. Tu es allé (naar de) match (m) de tennis?
2. Aujourd'hui, on va (naar het) plage (v).
3. Tu vas (naar de) école?
4. Je suis souvent (in de) musées (mmv) à Paris

Slide 11 - Tekstslide

exercice
1.  Nous avons vu le nouveau film (van de) actrice Binoche
2. Notre équipe est la meilleure (van de ) compétition française
3. Ils viennent (uit de) États-Unis
4. Mon grand-père vient (uit) Sénégal

Slide 12 - Tekstslide

CORRECTION
exercices
  • 15, A, C, D 
  • 16 A, C, D, E, F

Slide 13 - Tekstslide

Bloc C - phrases clés
A.  Qu 'est-ce que tu vas faire demain?

A. Et après?

A. Qu'est-ce que tu vas faire d'autre ce weekend?

A. Quelle est ta série préférée?

Slide 14 - Tekstslide

Bloc C - phrases clés
A.  Qu 'est-ce que tu vas faire demain?
B.  Demain matin, je vais faire la grasse matinée
A. Et après?
B.  L'après-midi, je vais aller en ville avec mes copains
A. Qu'est-ce que tu vas faire d'autre ce weekend?
B. Je vais regarder des séries 
A. Quelle est ta série préférée?
B. C'est "Une balle perdue"

Slide 15 - Tekstslide

retour réflexif
Vraag aan je vriendin wat zij gaat doen in het weekend?

Wat antwoordt zij?
(verwerk aller en faire i/h antwoord)

Slide 16 - Tekstslide

Vraag aan je vriendin wat ze gaat doet dit weekend
Wat antwoordt zij? gebruik een vorm van aller en faire

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

à faire

apprendre:
Choisis pour commencer :
bloc E / bloc F

Slide 19 - Tekstslide

Vocabulaire E et F
pages 87

Slide 20 - Tekstslide

Bloc E
Écoutez bien!
faire ex. 19, 20 a +b
21  (à deux)

Slide 21 - Tekstslide

Bloc F
Informatie uit korte teksten
(page 76)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

retour réflexif
Vraag aan je vriendin wat zij gaat doen in het weekend?

Wat antwoordt zij?
(verwerk aller en faire i/h antwoord)

Slide 27 - Tekstslide

Vraag aan je vriendin wat ze gaat doet dit weekend
Wat antwoordt zij? gebruik een vorm van aller en faire

Slide 28 - Open vraag