WOORDENSCHAT DAG 4 - Technologie - Rose

Nieuwe woorden
Thema 9: Technologie
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ISKVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieuwe woorden
Thema 9: Technologie

Slide 1 - Tekstslide

goedkoop
  • kost niet veel geld 
  • duur < > goedkoop
  • zin: Deze fiets is goedkoop.
  • zin: Het brood kost maar        € 1,00 en dat is heel goedkoop.

Slide 2 - Tekstslide

hoeven (ww)
  • nodig zijn 
  • wel of niet
  • werkwoord
  • hoef / hoeft / hoeven
  • zin: Ik hoef geen thee.
  • zin: Wij hoeven vandaag niet te helpen.

Slide 3 - Tekstslide

het hotel
  • een gebouw waar je één of meer nachten slaapt
  •  je betaalt per nacht 
  • het hotel - de hotels
  • zin: Ik slaap vannacht in een duur hotel.

Slide 4 - Tekstslide

iedereen
  • alle mensen 
  • zin: Iedereen mag meedoen.
  • zin: Iedereen kijkt naar de tv.
  • zin: De hond blaft naar iedereen.

Slide 5 - Tekstslide

iemand
  • een persoon 
  • wie? je weet geen naam
  • iemand < > niemand
  • zin: Ik zie daar iemand lopen.
  • zin: Iemand doet de deur open.

Slide 6 - Tekstslide

Welke afbeelding hoort bij
goedkoop
(meer antwoorden mogelijk)
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

In de vakantie hoef jij niet ....................

Slide 8 - Open vraag

het hotel

Slide 9 - Sleepvraag

Welk woord staat hier?
eiedrene
A
eendrein
B
neederin
C
derienee
D
iedereen

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb iemand gezien.
Ik heb iemand gehoord.
Ik ruik iemand. Ik voel iemand.
Wie is iemand?
A
een dier
B
een ding
C
een persoon
D
een boom

Slide 11 - Quizvraag