22/23 GL les 1 t/m 4 1 + 2 sep schrijfvaardigheid, leesvaardigheid, kijkvaardigheid

Willkommen beim letzten Jahr Deutsch
Zu tun
- Warum Deutsch --> König Willem-Alexander
- Einleitung --> Wie sieht das Jahr aus?
- wiederholen Ansichtkarte schreiben
- Aufgabe werkwoorden

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Willkommen beim letzten Jahr Deutsch
Zu tun
- Warum Deutsch --> König Willem-Alexander
- Einleitung --> Wie sieht das Jahr aus?
- wiederholen Ansichtkarte schreiben
- Aufgabe werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Deutsch erhöht die Chance auf Arbeit
https://www.npostart.nl/nos-koningspaar-in-duitsland/08-07-2021/POW_05103552

vanaf 17:08 tot 17:58

Slide 2 - Tekstslide

Wie sieht das Jahr aus
hebt den Schnellhefter auf
Wir lesen die Information
Fragen?
Wie waren die letzte Monaten?

Lernziel, aan het einde kan je:
- conventies toepassen informele kaart
- verschillende informele kaarten opnoemen
- Inleiding van de kaart schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Ansichtkarte schreiben
- Was wisst ihr noch?
- Verschiedene Karte
- Conventies sind gleich
- üben, üben, üben

Slide 4 - Tekstslide

Was wisst ihr alles noch vom Ansichtkart schreiben?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Besprechen Arbeitsblätter
1. Lieber Thorsten,
2. Liebe Monika,
3. Das Wetter ist schön.
4. Das Wetter ist nicht so schön.
5. Wir haben viel in der Sonne gelegen./ Wir haben viel geschwommen.
6. Wie geht es mit dir?

Slide 11 - Tekstslide

Besprechen Arbeitsblätter
7. Wo bist du im Urlaub?
8. Die Sonne scheint den ganzen Tag.
9. Wie ist das Wetter auf Kreta?
10. Bis bald.
11. Ich bin mit meine Eltern im Urlaub.

Slide 12 - Tekstslide

Schreibt jetzt selbst eine Postkarte
Schreibe jetzt eine kleine Postkarte zurück:
  • Denke ein Urlaubsland aus 
  • Beschreibe das Wetter 
  • Beschreibe 2 Aktivitäten, die du gemacht hast

(15 min) Besprechen

Slide 13 - Tekstslide

Hausaufgaben 2. September

Blz.  185 opdr. 18 t/m 20

Slide 14 - Tekstslide

2. September
Zu tun:
Wiederholen regeln Ansichtkarte schreiben
Praktische Übungen + besprechen
Grammatic
Hörfertigkeit 
Sehfertigkeit

Slide 15 - Tekstslide

De aanhef bij een vrouw is?

Slide 16 - Open vraag

De aanhef bij een man is?

Slide 17 - Open vraag

De eerste zin begin je met een hoofdletter
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Hoe zeg je:
Hoe gaat het met jou?

Slide 19 - Open vraag

Hoe zeg je:
Met mij gaat het goed.

Slide 20 - Open vraag

Hausaufgaben besprechen
Seite 185 Aufgabe 18 t/m 20

Slide 21 - Tekstslide

Praktische Aufgabe (20 min)
ET Aufgabe 16

eerder klaar? ET opdr. 11, 12,13, 15

Slide 22 - Tekstslide

Besprechen
1. Wechselt euere Karte aus
2. Was findest du schöne Sätze (zinnen)?
3. Welche Wörter/ Sätze sind deiner Meinung nach falsch?
4. Was würdest du noch hinzufugen (toevoegen)?

Slide 23 - Tekstslide

Werkwoorden Duits
Tegenwoordige tijd

Slide 24 - Tekstslide

Werkwoorden (PTA)
feesttenten werkwoorden
cheerleader werkwoorden
onregelmatige werkwoorden (sein, haben, können, mögen, dürfen en wissen)

Slide 25 - Tekstslide

Denken, delen (5 min)
DENKEN: schrijf voor je zelf op, wat weet je nog van de volgende werkwoorden feesttenten werkwoorden en cheerleader werkwoorden
- regels
- vervoeging
- voorbeeld
Schrijf ook haben en sein uit
DELEN: vorm een groepje van 3 personen en wissel uit
bespreken

Slide 26 - Tekstslide

Wohnen - Wo .... du?

Slide 27 - Open vraag

kaufen - Maria ... ein Brot

Slide 28 - Open vraag

lieben - ... ihr Hunde?

Slide 29 - Open vraag

machen - Ich ... immer meine Hausaufgabe.

Slide 30 - Open vraag

bellen - Der Hund ... sehr laut.

Slide 31 - Open vraag

versorgen - Mein Bruder und ich ...unser Pferd.

Slide 32 - Open vraag

besuchen - Wir gehen einkaufen und ... dann die Oma

Slide 33 - Open vraag

üben grammatic
Zowel onregelmatig als regelmatig
alles is in de tegenwoordige tijd
Stamp PTA met hoge cesuur


Slide 34 - Tekstslide

grammatic Seite 217/218
können = kunnen
dürfen = toestemming geven / krijgen
wissen = weten
wollen = willen
mögen = lusten/houden van
Vertaling moet je weten. 
Wir dürfen nicht nach Hause gehen.

Slide 35 - Tekstslide

Vergelijk de stam en de uitgangen
Bij een modaal werkwoord in het Duits:

  • Enkelvoud (ich, du, er/sie/es) verandert de stamklinker
     können --> ich kann
     dürfen --> ich darf
  • Ich + er/sie/es krijgen geen uitgang (dus geen "e" of "t"!)
    ich darf , ich kann... er darf, er kann

Slide 36 - Tekstslide

Wat is er anders bij "dürfen"
             zwak werkwoord:            modaal  werkwoord 'dürfen:
ich               wohn e                          ich                darf -
du                wohn st                         du                darf st
er/sie/es   wohn                           er/sie/es    darf -
wir               wohn en                        wir                dürf en
ihr                wohn t                            ihr                dürf t
sie/Sie       wohn en                         sie/Sie       dürfen

Slide 37 - Tekstslide

Wat is er anders bij "können"?
             zwak werkwoord:            modaal  werkwoord 'können':
ich               wohn e                          ich                kann -
du                wohn st                         du                kann st
er/sie/es   wohn                           er/sie/es    kann -
wir               wohn en                        wir                könn en
ihr                wohn t                            ihr                könn t
sie/Sie       wohn en                         sie/Sie       könn en

Slide 38 - Tekstslide

Wat helpt je bij het leren?
  • Bij deze werkwoorden is de klinker in het enkelvoud zoals in het Nederlandse enkelvoud:
    - dürfen (= mogen, ik mag)   ->  ich darf
    - können (= kunnen, ik kan)   > ich kann

Slide 39 - Tekstslide

Let op de Umlaut
Ich kann, wir können

Soms meerdere opties mogelijk:
Diese Affen ..................... kein Fleisch
mögen, dürfen, können, wollen

Slide 40 - Tekstslide

GOED ONTHOUDEN!
1.  Bij ich  en  er/sie/es : hebben deze werkwoorden 
     geen uitgang .
2. In het enkelvoud (ich - du - er/sie/es) verandert de  
     klinker in de stam 
3. Bij wir en sie (meervoud) en Sie (u) heb je altijd de hele 
     werkwoordsvorm (natuurlijk alléén in de tegenwoordige tijd).

Slide 41 - Tekstslide

  1. Bekijk het fragment; beantwoord ondertussen de vragen;
  2. lees daarna de tekst op de volgende bladzijde, pas je antwoorden desnoods aan;
  3. bespreken opdrachten

Slide 42 - Tekstslide

Hausaufgaben 8. September
ET 
opdr. 11, 12,13 en 15

Slide 43 - Tekstslide