● Vraag 1: Wat is het verschil tussen een goedaardige (=benigne)- en een kwaadaardige (=maligne) tumor? Wanneer wordt er gesproken over kanker?
We onderscheiden goedaardige (benigne) tumoren en kwaadaardige (maligne)
tumoren. Er wordt alleen over kanker gesproken bij kwaadaardige tumoren. Kenmerken van een kwaadaardige tumor zijn:
○ Het celtype is anders dan het celtype van de omgevingscellen.
○ De kwaadaardige tumor dringt het omliggende weefsel binnen (infiltratie) en vernietigt dat.
○ Er kunnen cellen van de kwaadaardige tumor losraken en elders in het lichaam nieuwe tumoren veroorzaken. Dit gevreesde verschijnsel wordt uitzaaiing (metastase) genoemd.
● Vraag 2: Leg de term ‘infiltratie’ in je eigen woorden uit.
De tumor dringt het omliggende weefsel binnen (infiltratie) en vernietigt dat.
● Vraag 3: Leg de term ‘metastase’ in je eigen woorden uit.
Cellen kunnen losraken en elders in het lichaam nieuwe tumoren veroorzaken (uitzaaiing, metastase).
Kanker kan worden ingedeeld in 3 hoofdgroepen, namelijk ‘carcinoom’, ‘sarcoom’ en ‘systeemziekten’.
● Vraag 4: Verklaar de termen ‘carcinoom’, ‘sarcoom’ en ‘systeemziekten’ en geef van iedere term een voorbeeld.
○ Carcinoom: de kwaadaardige (maligne) celgroei in het oppervlakteweefsel (epitheel) noemen we een carcinoom. De meest voorkomende zijn: longkanker, (dikke)darmkanker, baarmoederhalskanker, prostaatkanker en blaaskanker.
○ Sarcoom: als tumoren voorkomen in steun-, bind- en/of bloedvatenweefsel heten ze sarcomen. Voorbeeld: osteosarcoom (botkanker).
○ Systeemziekte: bij een kwaadaardige celgroei in het bloed, de bloedvormende organen en het lymfesysteem wordt gesproken over een kwaadaardige systeemziekte . Een voorbeeld hiervan is leukemie, een verzamelnaam voor de kwaadaardige vermeerdering van witte bloedcellen
De oorzaak van kanker is niet altijd bekend. Het is wel bekend dat bepaalde risicofactoren, zoals omgevingsfactoren en leefstijl, het risico op kanker kan verhogen.
● Vraag 5: Welke omgevings- en/of leefstijlfactoren kunnen het risico op kanker vergroten en bij welk soort kanker horen de risicofactoren (e.g. longkanker)?
○ Een overmaat aan ultraviolette straling (zonlicht) (huidkanker);
○ Voeding en alcohol (maag- en leverkanker);
○ Chemische stoffen (asbest, dioxine) in het milieu; roken (longkanker);
○ Sommige geneesmiddelen, bijv. diëthylstilbestrol (DES), dat werd gebruikt bij dreigende miskraam; jaren later bleek een aantal dochters van die vrouwen te lijden aan een zeldzame vorm van vaginakanker;
○ Mensen die in hun jeugd tegen kanker zijn behandeld en zijn genezen, blijken vaker dan normaal op latere leeftijd een andere kankervorm te ontwikkelen.