Les 2: Lenen en schuld
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Waarover gaat deze afbeelding?
A
Geld lenen
B
Geld sparen
C
Rente betalen.
Slide 12 - Quizvraag
Als je geld leent van een bank krijg je een schuld.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Als je geld leent van een bank mag je zelf weten of je het terugbetaal.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Als je geld leent van een bank moet je rente betalen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Wat is rente?
A
Het verschil tussen je inkomsten en je uitgaven.
B
Geld dat je apart zet voor later.
C
Een extra bedrag dat je moet betalen voor het lenen van geld.
Slide 16 - Quizvraag
Wat wordt er bedoeld met de
waarschuwing ‘geld lenen
kost geld’?
A
Je kunt ruzie krijgen als je geleend geld niet terug betaalt.
B
Je moet rente betalen als je geld leent.
C
Je mag alleen geld lenen als je rijk bent.
Slide 17 - Quizvraag
Een geldbedrag dat je moet terugbetalen noem je .....
A
..... een schuld.
B
..... spaargeld.
Slide 18 - Quizvraag
Hoe kun je voorkomen dat je een schuld krijgt?
A
Door geld te lenen.
B
Door rekeningen op tijd te betalen.
C
Door rente te betalen.
