M&M klas 2 (2021-2022) (Les 32) 3.1 en 3.2 Oefenen voor toets
We kennen rechten en plichten,
een voorbeeld van een recht is:
een voorbeeld van een recht is:
A
de vaatwasser inpakken
B
belasting betalen
C
je huiswerk maken
D
goed onderwijs
1 / 25
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
We kennen rechten en plichten,
een voorbeeld van een recht is:
een voorbeeld van een recht is:
A
de vaatwasser inpakken
B
belasting betalen
C
je huiswerk maken
D
goed onderwijs
Slide 1 - Quizvraag
Juist of onjuist?
Een recht is iets dat mag
Een recht is iets dat mag
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Juist of onjuist?
Een plicht is iets dat moet
Een plicht is iets dat moet
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
We kennen rechten en plichten.
Een voorbeeld van een plicht is:
Een voorbeeld van een plicht is:
A
sporten
B
belasting betalen
C
een nieuwe iphone
D
goed onderwijs
Slide 4 - Quizvraag
een strafbaar feit is...
A
Het overtreden van de wet.
B
een dader
C
Je houden aan de regels uit het wetboek
D
een slachtoffer
Slide 5 - Quizvraag
Een misdaad is het zelfde als een misdrijf?
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Een overtreding is altijd een misdaad
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Een misdaad is altijd een overtreding?
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent gedogen?
A
Iets goed bekijken met je ogen.
B
Iets bestraffen
C
Volgens de wet leven.
D
Iets door de vingers zien.
Slide 9 - Quizvraag
Maastricht heeft veel last van drugstoeristen dat komt omdat:
A
In Maastricht de drugs goedkoop is.
B
Maastricht een toeristenstad is.
C
Maastricht vlakbij de grens ligt.
D
Maastricht een grote stad is.
Slide 10 - Quizvraag
Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie
Slide 11 - Quizvraag
Wie zitten er in de rechtszaal?
Wie zitten er in de rechtszaal?
A
rechter, verdachte, advocaat ,
B
rechter, dader, advocaat
C
rechter, verdachte burgemeester
D
rechter, advocaat, ministers
Slide 12 - Quizvraag
Moord is...
Moord is...
A
Een overtreding
B
Een misdrijf
C
Geen strafbaar feit
D
Veelvoorkomende criminaliteit
Slide 13 - Quizvraag
Parketwacht
Rechter
Advocaat
Ovj
Bode
Griffier
Verdachte
Journalist
Publiek
Slide 14 - Sleepvraag
Zet de historische gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De koning heeft absolute macht.
De koning wilde de belasting verhogen.
De koning weigert de burgers meer macht te geven.
Burgers bestormen de Bastille.
De revolutionairen komen aan de macht.
Slide 15 - Sleepvraag
Wat was de Bastille die in 1789 werd bestormd?
A
paleis van de koning
B
een rechtbank
C
een gevangenis
D
een legerkazerne
Slide 16 - Quizvraag
Welke Lodewijk was tijdens de Franse revolutie koning van Frankrijk?
A
de 14de (XIV)
B
de 15de (XV)
C
de 16de (XVI)
D
de 17de (XVII)
Slide 17 - Quizvraag
Absolute macht betekent dat alleen de koning bepaalt wat er gaat gebeuren in het land.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
In welk tijdvak vond het "vorsten die hun macht verliezen" plaats?
A
Tijd van jagers en boeren
B
Tijd van de grieken en romeinen
C
Tijd van regenten en vorsten
D
Tijd van pruiken en revoluties
Slide 19 - Quizvraag
Twee revoluties.
Franse Revolutie
Bataafse Revolutie
patriotten
Lodewijk XVI
Willem V
guillotine
orangisten
Bastille
Nationale Vergadering
stadhouder
Slide 20 - Sleepvraag
Heb je nog een vraag over de lesstof?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Dit moet ik nog doen om de toets goed te kunnen maken:
Slide 23 - Open vraag
Deze les heb ik:
A
goed geleerd, ik haal sowieso een voldoende!
B
wel oké gewerkt, misschien haal ik een voldoende.
C
nog hulp en tijd nodig om een voldoende te halen.
D
niet goed mijn best gedaan.
