Hierna projecteer ik de opdracht die ze voor vandaag zullen moeten maken:
Je hebt een vriend/vriendin in het buitenland waar je eens in de zoveel tijd brieven naar schrijft. Die vriend(in) heeft je gisteren een brief gestuurd waarin hij/ze je vertelt hoe het met hem/haar gaat en waar ze allemaal mee bezig is in zijn/haar leven. Nu vraagt je vriend(in) waar je de komende week mee bezig zal zijn. Schrijf een korte brief van minimaal 250 woor-den. Je gebruikt de present continuous minimaal vijf keer. Als eerste bedank je hem/haar voor het schrij-ven van de brief. Verder vertel je:
• Dat je naar school gaat
• Welke vakken je hebt en wat je ervoor gaat doen
• Met welke hobby’s je bezig bent
• Wat je gaat doen in het weekend