13.5 Luchtkwaliteit en longaandoeningn

13.5 Luchtkwaliteit en longaandoeningen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

13.5 Luchtkwaliteit en longaandoeningen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
13.5.2 Je kunt omschrijven wat er aan de hand is bij astma, bronchitis, longemfyseem, tuberculose en hooikoorts.

Ongeveer 10% van alle jongeren heeft last van klachten aan de luchtwegen. Gemiddeld heeft in ieder voetbalteam dus één speler luchtwegklachten.


Slide 2 - Tekstslide

Luchtkwaliteit
De lucht die je inademt, is meestal niet schoon. In de lucht zitten bijvoorbeeld bacteriën, sporen en stuifmeel van planten. Ook kan lucht vervuild zijn met kleine deeltjes die we samen fijnstof noemen. Uitlaatgassen van een auto bevatten koolstofdioxide, stikstofdioxide en zwaveldioxide. Er zitten ook roet- en fijnstofdeeltjes in. Ook door industrie en veeteelt komen schadelijke gassen vrij in de lucht. Verbranden van hout in een houtkachel zorgt voor meer fijnstof in de lucht. 
Een hoge concentratie fijnstof, stikstofdioxide en zwaveldioxide in de lucht noem je smog.

Slide 3 - Tekstslide

Mensen die last hebben van luchtwegklachten, kunnen extra klachten krijgen door luchtvervuiling (hoesten, een benauwd gevoel en kortademigheid). Hoeveel vervuilende stoffen er in de lucht zitten, wordt aangegeven door de luchtkwaliteit. 

Slide 4 - Tekstslide

Roken

Rokers sterven eerder. 
Meer kans op hart- en vaatziekten
Meer kans op longziekten zoals longkanker en COPD (ongeneeslijke ontsteking luchtwegen). 

Minder proeven en ruiken
Ook meer kans op andere ziekten

Slide 5 - Tekstslide

Tabaksrook
Koolstofmonoxide: gaat op de plek zitten van zuurstof in het bloed. zorgt vermoeidheid en slechte conditie.
Nicotine: is het verslavende deel. Activeert het beloningsstelsel . Snel uitgewerkt waardoor je weer wilt roken.
Teer: een stroperige stof die in het slijmvlies blijft zitten. Zorgt ervoor dat de trilhaartjes van de luchtwegen slecht werken en slijm niet kan worden weeggeveegd ('rokershoest'). Teer heeft ook kankerverwekkende stoffen. 

Slide 6 - Tekstslide

Aandoeningen van de luchtwegen
Door verschillende oorzaken kunnen longen en luchtwegen minder goed functioneren. Iemand wordt dan benauwd of moet vaak hoesten. Je kunt zelf iets doen om je luchtwegen gezond te houden.
Twee longziekten zijn astma en COPD. Bij beide ziekten zitten er ontstekingen in de luchtwegen. De klachten bij deze ziekten lijken dan ook erg op elkaar, maar de oorzaken zijn heel verschillend. 

Slide 7 - Tekstslide

Astma
Astma is een longziekte waarbij de bronchiën ontstoken zijn. De ontsteking kan ontstaan door een allergie, maar dit hoeft niet. Astma geeft niet elke dag klachten. Toch gaat de ziekte nooit over. De ontstekingen zijn blijvend. Een ziekte die nooit overgaat, noem je een chronische ziekte.
Bij astma kun je plotseling benauwd worden. Dit noem je een astma-aanval.

Slide 8 - Tekstslide

Astma aanval

Een astma aanval wordt veroorzaakt door prikkels uit de omgeving (bijv. huisdieren, huisstofmijt, tabaksrook, sporten of van koud naar warm gaan of andersom). De spiertjes in de wanden van de luchtwegen trekken zich samen en de buisjes worden smaller waardoor er minder lucht doorheen kan naar de longen. 
Het slijmvlies is ok vaak dikker waardoor de doorgang nog smaller wordt. 

Slide 9 - Tekstslide

COPD
Bij COPD zijn de longen beschadigd. Daardoor gaat ademhalen moeilijker. Een gezonde volwassene heeft per dag ongeveer tienduizend liter zuurstof nodig. Bij een COPD-patiënt wordt soms maar de helft daarvan opgenomen. Daardoor hebben COPD-patiënten minder energie dan gezonde mensen.

Slide 10 - Tekstslide




Bij longemfyseem zijn de wanden van de longblaasjes beschadigd. Een trosje longblaasjes verandert daardoor in één groot, slap longblaasje. De longblaasjes kunnen zo minder zuurstof afgeven aan het bloed. Longblaasjes die kapot zijn, kunnen niet meer herstellen.



 Bij chronische bronchitis zijn de bronchiën ontstoken. Er wordt meer slijm gemaakt en de bronchiën zijn nauwer. Patiënten zijn kortademig, moeten veel hoesten en hebben minder energie.


COPD: chronische bronchitis en longemfyseem
Belangrijkste oorzaak is roken

Slide 11 - Tekstslide

Tuberculose
Tuberculose wordt veroorzaakt door een bacterie. De bacterie kan een infectie veroorzaken in verschillende organen, maar meestal is de ontsteking te vinden in de longen. Een kwart van de wereldbevolking is geïnfecteerd met de bacterie, meestal zonder klachten. Als de bacterie actief wordt, ontstaat er extra slijm in de luchtwegen. De patiënt heeft koorts, gaat hoesten, is moe, heeft geen zin in eten en kan moeilijker ademhalen. Dit kan dodelijk zijn. 
Er bestaan effectieve medicijnen tegen tuberculose.
De bacterie wordt verspreid door hoesten en is vooral gevaarlijk voor jonge kinderen en oudere mensen. Gelukkig komt tuberculose in Nederland niet veel voor. Als je op reis gaat, is het wel een ziekte om rekening mee te houden.

Slide 12 - Tekstslide

Hooikoorts
In de lucht die je inademt, kunnen stuifmeelkorrels (pollen) voorkomen. Deze stuifmeelkorrels zijn afkomstig van windbloemen, zoals ambrosia. De stuifmeelkorrels blijven kleven aan het slijmvlies in je luchtwegen.

Sommige mensen reageren allergisch als er stuifmeelkorrels in hun slijmvlies komen. Deze mensen hebben last van hooikoorts. De stuifmeelkorrels zorgen voor een reactie van het slijmvlies van de luchtwegen en van de binnenkant van de oogleden. 

Slide 13 - Tekstslide

Pollenkalender
Mensen met hooikoorts krijgen meestal niet van alle stuifmeelkorrels een reactie. Maar de stuifmeelkorrels waar ze allergisch voor zijn, kunnen ze beter proberen te ontlopen. Er zijn websites en apps die per dag een hooikoortsverwachting geven. Op een pollenkalender kun je zien in welke maanden de planten bloeien die hooikoorts veroorzaken 

Slide 14 - Tekstslide

Bewegen
Bewegen is goed voor je gezondheid, en ook voor de gezondheid van je longen. Door sporten en bewegen krijg je een betere conditie. Je longen worden sterker. Bij flinke inspanning heeft je lichaam veel zuurstof nodig. Daardoor ga je dieper ademhalen. Sporten versterkt zo de ademhalingsspieren. Het zorgt er ook voor dat de longinhoud groter wordt.
Pas wel op met luchtvervuiling (smog).
Je kunt je longen ook sterker maken door zingen of door een blaasinstrument te bespelen. 

Slide 15 - Tekstslide

Frisse lucht
In huis en in een klaslokaal is frisse lucht heel belangrijk. Als je urenlang met dertig leerlingen in een lokaal zit, komt er veel koolstofdioxide in de lucht. De hoeveelheid zuurstof neemt af. Hierdoor kun je last krijgen van concentratieverlies, hoofdpijn en vermoeidheid. Bacteriën en virussen kunnen zich gemakkelijker verspreiden.

Om de lucht fris te houden, moet je ventileren. . Dat betekent: ‘oude’ lucht vervangen door verse lucht. 

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk!


Wat
? 13.5 Luchtkwaliteit en longaandoeningen: opdrachten 1 t/m 9


Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

Slide 17 - Tekstslide