ROUS Europa herhaling H1
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Noem een voordeel en een nadeel van arbeidsmigratie voor het land waar de migrant gaat werken.
Slide 2 - Open vraag
Waarom is er eigenlijk internationale handel?
A
Omdat vervoer meestal niet duur is
B
Omdat landen allemaal hetzelfde maken
C
Vanwege de prijs-kwaliteits verschillen in landen
D
Omdat bedrijven in meerdere landen actief willen zijn
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Bereken de exportquote:
BBP
650 miljard
Export
180 miljard
Import
79 miljard
A
12,2 %
B
39,8%
C
43,9%
D
27,7%
Slide 5 - Quizvraag
De importquote van Israel is 78% en de exportquote 69%. wat zegt dit over de economie?
A
open
B
gesloten
Slide 6 - Quizvraag
Wat staat er op de betalingsbalans?
A
De importquote en de exportquote.
B
De importquote en de uitvoerwaarde.
C
De invoerwaarde en de exportquote.
D
De invoerwaarde en de uitvoerwaarde.
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het gevolg van loonkosteninflatie op de internationale concurrentiepositie?
Slide 9 - Open vraag
Wat is de invloed van scholing op de internationale concurrentiepositie?
Slide 10 - Open vraag
Wat is een wisselkoers?
A
geeft geen verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
B
geeft de verhouding tussen de euro en vreemde valuta aan
C
geeft de verhouding tussen de euro en euro aan
D
geeft de verhouding tussen de vreemde valuta en vreemde valuta aan
Slide 11 - Quizvraag
De wisselkoers van 1 euro t.o.v. de dollar
wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: $1,45
Je gaat op vakantie naar Amerika. Hoeveel dollar krijg je voor 300 euro?
wisselkoers kopen: $1,30
Wisselkoers verkopen: $1,45
Je gaat op vakantie naar Amerika. Hoeveel dollar krijg je voor 300 euro?
A
$435
B
$231
C
$207
D
$390
Slide 12 - Quizvraag
De wisselkoers was € 1 = $ 2, nu is de wisselkoers € 1 = $ 1. Daardoor kan de EU nu .... importeren.
A
Meer
B
Minder
Slide 13 - Quizvraag
Leg uit hoe een daling van de wisselkoers de internationale concurrentiepositie beïnvloed.
Slide 14 - Open vraag
Leg uit wat het gevolg is van een daling van de wisselkoers op de werkgelegenheid.
Slide 15 - Open vraag
Wat houdt protectionisme in?
A
Stimuleren van handel met andere landen
B
Het vasthouden van eigen bedrijven
C
Beschermen van de eigen handelsmarkt
D
Beleid om grote bedrijven het land in te halen
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn de gevolgen van protectionisme voor consumenten?
Slide 17 - Open vraag
Wat zijn voorbeelden van protectionisme?
Slide 18 - Open vraag
Leg uit dat patenten nodig zijn, zodat bedrijven blijven innoveren.
