Cursus 1 paragraaf 2 onbekende woorden les 2

Cursus 1 paragraaf 2 onbekende woorden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cursus 1 paragraaf 2 onbekende woorden

Slide 1 - Tekstslide

Test
Ik kan van een onbekend woorddeel de betekenis vinden met behulp van de woordraadstrategie tegenstelling zoeken of bekend woorddeel vinden
Tegenstelling zoeken
bekend woorddeel vinden
Nederlands
Cursus 1 paragraaf 2
BK: opdracht 3, 4, 7
KGT: opdracht 3, 5, en 6
Hebben we alle doelen behaald?
Geen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan van een onbekend woorddeel de betekenis vinden met behulp van de woordraadstrategie 'tegenstelling zoeken' of 'bekend woorddeel vinden'.

Slide 3 - Tekstslide

Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen. Je kent al: 

  • synoniem
  • omschrijving
  • voorbeeld
  • tegenstelling

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling theorie

Woordraadstrategie: een manier om de betekenis van een woord dat je niet kent te vinden.

Tegenstelling zoeken of bekend woorddeel zoeken

Slide 5 - Tekstslide

Tegenstelling zoeken
Een tegenstelling zoeken
Een bekend woorddeel zoeken

Dit zijn woordraadstrategieën



Slide 6 - Tekstslide

Voorvoegsel

Een voorvoegsel is geen op zichzelf staand woord, maar kun je voor een woord plakken. 

Een voorvoegsel geeft een andere betekenis aan het woord waar je het voor plakt.

Voorbeeld:
Openen = open doen.
Heropenen = opnieuw openen

Een afleiding = een woord met een voor- of achtervoegsel







Achtervoegsel

Een achtervoegsel is geen op zichzelf staand woord, maar kun je achter een woord plakken. 

Een achtervoegsel geeft een andere betekenis aan het woord waar je het achter plakt.

Voorbeeld:
Schoon = mooi
Schoonheid = de eigenschap mooi te zijn







Slide 7 - Tekstslide

Woordraadstrategie bekend woorddeel:

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent. Zulke woorden noemen je samenstellingen. 

Bijvoorbeeld:

  • Lolbroek
  • Kletskous
  • Internetverslaafde

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een woordraadstrategie?
A
woordenboek opzoeken
B
synoniem zoeken in de tekst
C
teruglezen
D
op google zoeken

Slide 9 - Quizvraag

Aan het werk
Cursus 1 paragraaf 2
BK: blz 12-15 opdr. 3, 4 en 7
KGT: blz 12-14 opdr. 3, 4 en 6
Tl/H: blz 14-17 opdr. 1 en 2 

Klaar? Maken puzzel 1 op blz. 236 (BK) of blz. 244 (KGT) of blz. 250 (TL/H)


timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide