stoornissen - afronding

Noem de 8 intelligenties van Gardner. Knapvormen zijn voldoende
1 / 23
volgende
Slide 1: Open vraag
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Noem de 8 intelligenties van Gardner. Knapvormen zijn voldoende

Slide 1 - Open vraag

Het werken met schema's is een voorbeeld van
A
rekenknap
B
woordknap
C
muziekknap
D
beeldknap

Slide 2 - Quizvraag

ik werk het liefst samen is een voorbeeld van...
A
zelfknap
B
woordknap
C
beweegknap
D
samenknap

Slide 3 - Quizvraag

ik ben nieuwsgierig naar de omgeving
A
natuurknap
B
beeldknap
C
beweegknap
D
rekenknap

Slide 4 - Quizvraag

vanaf welk IQ spreken we van hoogbegaafdheid?
A
140 en hoger
B
125-129
C
130-135
D
tot 130

Slide 5 - Quizvraag

Presteren alle kinderen die hoogbegaafd zijn boven gemiddeld in het onderwijs?
A
ja, dat klopt
B
nee, ze kunnen ook juist onderpresteren
C
nee, soms ook gewoon gemiddeld

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een mogelijk kenmerk van Hoogbegaafdheid
A
beperkt woordenschat en simpel taalgebruik
B
gewetensontwikkeling en empathie blijven achter
C
negatief over zichzelf
D
creatief, maar kunnen ook perfectionistisch zijn

Slide 7 - Quizvraag

Is hoogbegaafdheid erfelijk bepaald?
A
ja
B
nee
C
geen idee

Slide 8 - Quizvraag

Vanaf welk IQ spreek je van laag begaafdheid (LVB)?
A
85-115
B
50-85
C
20-35
D
<20

Slide 9 - Quizvraag

LVB heeft alleen te maken met een laag IQ
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

waar lopen LVB-ers in de praktijk tegen aan?

Slide 11 - Open vraag

WEL
NIET
visualiseer 
zeg zoveel mogelijk in 1 x
gebruik kindertaal 
wees kort en concreet 

Slide 12 - Sleepvraag

mensen die alleen wonen, lagere opleiding en verslavingsproblemen hebben wel/geen groter risico op angststoornissen
A
wel
B
geen

Slide 13 - Quizvraag

waarom iemand een angststoornis krijgt is niet duidelijk. Wel zijn er enkele factoren zoals
A
erfelijkheid , neurotransmitters, opvoeding
B
erfelijkheid, verslaving
C
hechtingsproblematiek
D
hersenaanleg, genetica,

Slide 14 - Quizvraag

agorafobie is een angst voor
A
naalden
B
sociale contacten
C
viezigheid
D
publieke ruimtes

Slide 15 - Quizvraag

OCD is een vorm van..
A
faalangst
B
dwangstoornis
C
fobie

Slide 16 - Quizvraag

welke vormen van faalangst zijn er?
A
sociaal, school,
B
school, werk, prive
C
cognitief, sociaal, motorisch
D
prestatie, werk

Slide 17 - Quizvraag

Door welke factoren kan faalangst ontstaan?
A
aanleg, gezin, school
B
vrienden, ouders, school
C
genetisch, en gezin
D
familieleden, buurtgenoten school

Slide 18 - Quizvraag

vreetbuien en overgeven is een voorbeeld van
A
anorexia
B
boullimia
C
BED

Slide 19 - Quizvraag

Bij anorexia eet je wel maar ga je compenseren met laxeermiddelen of sporten
A
in alle gevallen waar
B
niet waar
C
in de meeste gevallen waar

Slide 20 - Quizvraag

wat is DSM-V?

Slide 21 - Open vraag

In plaats van somber en futloos zijn depressieve kinderen vooral prikkelbaar en druk.
Is dit waar of niet waar
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

geef een korte beschrijving van systeemtherapie

Slide 23 - Open vraag