Concept 2: Landschapszones

Concep 2: Landschapszones

(2.1, 2.2 en 2.3)
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Concep 2: Landschapszones

(2.1, 2.2 en 2.3)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplenda
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7

Concept 1:
Kaarten lezen, analyseren en interpreteren 


Concept 2:
Landschaps-
zones

Concept 3: 
Klimaat

RTTI Leerdoelen check
SO

Concept 4:
Water
RTTI Leerdoelen check
 &
SO

Herhaling

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma periode 1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud periode 1

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Aan het einde van deze week...
  • kan ik drie verschillende landschappen herkennen op foto's.
  • kan ik de verschillende landschapszones aanwijzen op een kaart. 
  • kan ik beschrijven en verklaren

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsfoto
Wat zie je?
Welke onderdelen hebben te maken met de natuur?
Welke onderdelen hebben te maken met de mensen?
Vind je het een aantrekkelijk gebied?
Is het: koud/warm, hoog/laag, nat/droog, rijk/arm?

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto

Je ziet op de foto een Pingo.
Dit is een ijslens onder de grond. Doordat de ijsmassa water aantrekt groeit de pingo.

Blablabalbla


Wat weet jij al over landschappen op aarde?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Landschap - een samenhang van bodem, planten en dieren, weer en water.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het grote plaatje

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het tropisch regenwoud:
Waar?
Zuid Amerika, landen in Centraal Afrika en Indonesie (Zuid-Oost Azie)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: Het amazonegebied
 - in de tropen: 23½⁰ N.B. en 23½⁰ Z.B.
 - altijd warm
 - veel regen 
 - grote biodiversiteit

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijven Tropisch regenwoud
Werkboek, blz. 27, opdr. 2 
Beschrijven: Wat is een tropisch regenwoud?
bos in warme en natte/vochtige gebieden
ligging: in de tropen
temperatuur: rond de 30 °C
neerslag: meer dan 2.000 mm per jaar
begroeiing: dicht en weelderig
boomgroei: in verschillende etages
biodiversiteit: hoog
B dicht bij / ver weg van de evenaar
op hoge / lage breedte  

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verklaren: Waarom liggen ze daar?
C. hoge temperatuur door loodrechte zonnestralen
die geven meer warmte, omdat ze een klein oppervlakte verwarmen en een kortere weg door de dampkring afleggen
veel neerslag, doordat de warme lucht rond de evenaar opstijgt, afkoelt en uitregent

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landschap in aride (droge) zone:
Waar?
30 graden noor en zuid van de evenaar: Sahara in Afrika, Grote Zandwoestijn in Australie, Arabisch Schiereiland.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: de Outback in Australië

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WERKBOEK, blz 32, opdr. 8
A. Beschrijven: Wat zijn droge gebieden?
Gebieden met minder dan 500 mm neerslag per jaar. Door de droogte kunnen er geen bomen groeien.
 er zijn twee soorten:
 1 steppes
 2 woestijnen 
 B Waar liggen droge gebieden?
 ten noorden en ten zuiden van de tropen: ongeveer tussen 20° en 40° N.B en Z.B.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: WB blz 27, opdr 1

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WERKBOEK, blz 32, opdr. 8
C Verklaren: Waarom liggen ze daar?

 
 De opgestegen lucht bij de tropen daalt daar (bij 30N.B en Z.B), wordt warmer en kan meer waterdamp bevatten ==> geen neerslag.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee regels voor neerslag:
1 Lucht die opstijgt, koelt af.
2 Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht.

gevolg = neerslag

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

steden
 1 Brisbane
 2 Sydney
 3 Melbourne
 4 Canberra
 5 Hobart
 6 Adelaide
 7 Perth
 8 Darwin
 9 Alice Springs
 10 Cairns

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: WB blz 34, opdr 2

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landschapen op aarde

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landschap in Polaire zone:

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld: de Noordpool

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

WERKBOEK, blz. 34, opdr. 3
A Beschrijven: Wat is een toendra?
boomloze vlakte in koude gebieden
plantengroei: grassen, mossen en lage struikjes
winters: lang en koud
bodem:  bevroren (permafrost)
B Beschrijven: Waar liggen toendra’s?
dicht bij / ver weg van de evenaar, op hoge / lage breedte
 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

C Verklaren: Waarom liggen ze daar?
lage temperatuur door schuine zonnestralen
die geven minder warmte, omdat ze een groter oppervlakte verwarmen en een langere weg door de dampkring afleggen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Blijven landschappen hetzelfde?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Video: 3 min 30 sec

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lees 2.2 en 2.3 
Maak de opdrachten 
    - 2.2 - opdr 4 en 6 (blz 31)
    - 2.3 - opdr 1 en 6 (blz 34-35)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

W
WAT GEEFT DE KAART WEER (LEGENDA)?
A
Algemene patroon?
WAAR VEEL? WAAR WEINIG? GEBRUIK SPREIDINGSWOORDEN
U
Uitzonderingen
WELKE GEBIEDEN VALLEN BUITEN HET ALGEMENE PATROON?
W
Windrichtingen. 
BESCHRIJF MET BEHULP VAN WINDRICHTINGEN (EN TOPONIEMEN)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • De klas wordt verdeeld in 6 groepjes 
  • Elk groepje focust zich op 1 landschapszone 
  • Gaat onderzoeken hoe dit landschap verandert 
  • Hier maak je poster over
  • Volgende les ga je deze poster presenteren   

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische opdracht
Begin praktische opdracht

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mini SO: Concept 2 

R


2p
Noem 3 van de 6 landschapszones op aarde.

T1


2p
Welke landschapszones horen bij de twee foto's? 
Foto 1 = ....
Foto 2 = ....

T2


3p
Vergelijk de twee bronnen met elkaar.
Geef met behulp van de bronnen een verklaring 
voor de bevolkingsspreiding van Australië

I


2p
Sommige landschappen veranderen door de mens, denk bijvoorbeeld aan het tropisch regenwoud in Brazilië. Bedenk een reden waarom de overheid van Brazilië niet wil stoppen met het kappen van het woud. 

Slide 38 - Tekstslide

R: Polaire, boreale, gematigde, subtropische, tropische en aride 
T1: Tropische zone en aride zone
T2: Er wonen bijna geen mensen in de aride zone, omdat het daar te droog is. 
I: Economische redenen. 

Slide 39 - Tekstslide

https://quizlet.com/604967824/test
Woordenboek
Landschapszone
Tropische zone
Aride zone
Polaire zone


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluitende foto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 41 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto

Je ziet op de foto een Pingo.
Dit is een ijslens onder de grond. Doordat de ijsmassa water aantrekt groeit de pingo.

Blablabalbla


Samenvatting 2.1

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting 2.2

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting 2.3

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll

Deze slide heeft geen instructies