In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van massamedia?
A
Een telefoongesprek
B
Een appje sturen naar je vriendinnetje
C
Het delen van een vlog
D
anders, namelijk...
Slide 2 - Quizvraag
Een voorbeeld van een persbureau is
A
ANP
B
RTL
C
NOS
D
Volkskrant
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Wat betekent 'hoor -en wederhoor'?
A
Dat je luistert naar alle partijen
B
Dat je alles van één kant belicht
C
Dat je alle directeuren interviewt
D
Dat je luistert en je mening geeft
Slide 5 - Quizvraag
hoor en wederhoor
A
verschillende mensen aan het woord laten
B
verschillende soorten eten
C
verschillende doelgroepen
D
verschillende mensen aan het eten
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
"De betrouwbaarheid van nieuws moet altijd worden gecontroleerd."
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
“Berichten op internet zijn betrouwbaar omdat je altijd kunt zien wie het berichtje heeft geschreven."
A
Deze uitspraak is juist.
B
Deze uitspraak is onjuist.
Slide 10 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. Een mening van iemand is betrouwbaar omdat je die kunt controleren. 2. Nieuws op internet is altijd betrouwbaar.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 11 - Quizvraag
Op sociale media plaatst een klasgenoot het bericht dat er morgen twee van je lessen vervallen. Welk begrip hoort hierbij ?
A
Betrouwbaarheid
B
Beschikbaarheid
C
Volledigheid
D
Doelgerichtheid
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Wat is géén functie van de massamedia?
A
informatiefunctie
B
controlerende functie
C
socialiserende functie
D
politieke functie
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Wat is pluriformiteit?
A
Er komen weinig verschillende culturen voor in een land.
B
Mensen kunnen niet goed samenleven in een land.
C
Er komen veel verschillende culturen voor in een land.