Les 10: schrijven, pronoms personnels

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre A
un ordinateur
pas de portable!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

On a besoin de quoi?
un stylo
un cahier
le livre A
un ordinateur
pas de portable!

Slide 1 - Tekstslide

Est-ce qu'on va...
...écouter la prof? 
...travailler en silence?
... ou travailler ensemble?

Slide 2 - Tekstslide

On va...
...écouter la prof! 

Slide 3 - Tekstslide

Aujourd'hui, on va:
  • Regarder une vidéo
  • Répéter les verbes (grammaire)
  • Lire trois petits articles
  • Expliquer: pronoms personnels (aanvulling op de video)

Le but: hoe schrijf je een tekst met de informatie: wie, wat, waar, wanneer (en waarom)?

Slide 4 - Tekstslide

On va...
...travailler en silence.

Slide 5 - Tekstslide

On va...
...écouter la prof! 

Slide 6 - Tekstslide

Attention:
Zowel in het Nederlands als het Frans:

J'ai donné
"Ik heb gegeven" 

Je donnais
"Ik gaf"
twee ww-vormen
één ww-vorm

Slide 7 - Tekstslide

Instruction:
1. Lees de Franse tekst en de Nederlandse vertaling.
2. Onderstreep alle Franse ww-vormen. In de Nederlandse tekst staan ze al dik gedrukt.
3. Markeer met een eerste kleur alle ww-vormen (zowel Frans als Nederlands) die bestaan uit twee vormen
4. Markeer met een tweede kleur alle ww-vormen (zowel Frans als Nederlands) die bestaan uit één vorm
5. Bedenk voor jezelf: zie ik verschillen? Overleg na vijf minuten met elkaar.

Slide 8 - Tekstslide

Il y avait plein d’étoiles, c’était le soir et j’arrosais mes plantes. Le silence était total. Soudain,
une boule brillante, orange et rouge, est apparue dans le ciel. Elle l’a traversé du nord au sud, sans aucun
bruit. Le matin, tous les journaux en ont parlé : qu'est-ce qui s'est passé ? Qu’est-ce que nous avons vu la nuit
dernière ? 
Er waren veel sterren, het was avond en ik gaf mijn planten water. Het was helemaal stil. Plotseling verscheen er een schitterende bol, oranje en rood, aan de hemel. Hij ging van noord naar zuid, zonder geluid te maken. 'S ochtends vertelden alle kranten erover: Wat is er gebeurd? Wat hebben we afgelopen nacht gezien?

Slide 9 - Tekstslide

Aujourd'hui, on va:
  • Regarder une vidéo
  • Répéter les verbes (grammaire)
  • Lire trois petits articles
  • Expliquer: pronoms personnels (aanvulling op de video)

Le but: hoe schrijf je een tekst met de informatie: wie, wat, waar, wanneer (en waarom)?

Slide 10 - Tekstslide

Instruction:
1. Choisissez un article
2. Lisez-le
3. Marquez: met een andere kleur voor elke vraag, waar in de zin het antwoord staat op de vragen: qui? quoi? où? quand? (pourquoi?)
timer
3:00

Slide 11 - Tekstslide

Réponses
Rouge: quand
Bleu: qui
Vert:
Rose/violet: quoi
Noir: pourquoi

Faites ex. 29!

Slide 12 - Tekstslide

Aujourd'hui, on va:
  • Regarder une vidéo
  • Répéter les verbes (grammaire)
  • Lire trois petits articles
  • Expliquer: pronoms personnels (aanvulling op de video)

Le but: hoe schrijf je een tekst met de informatie: wie, wat, waar, wanneer (en waarom)? // Hoe gebruik ik pronoms personnels?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

On va...
... travailler ensemble!

Slide 15 - Tekstslide